zaterdag 25 februari 2012

Dominica

Met een geheel ander gevoel dan de vorige keer verlaat ik St. Vincent. Het was een fijne en verhelderende tijd. Toch besloten dat ik met in ieder geval mijn Caribisch deel van de tocht verder ga. Als al het geplande ook uit komt (...) zie ik Gette over enkele weken op Antigua.
Dus op 23 februari 2012 om zeven uur 's ochtends losgegooid. De weersveruitzichten zijn goed. Na de windluwe lijzijde van St. Vincent gepasseerd te zijn kreeg ik meer dan voldoende wind aan de noordwest zijde. Twee riffen moet ik zetten. Langs St. Lucia is de zee wederom zeer rommelig. Waarschijnlijk wordt dit veroorzaakt door wind schuin op de kop en de 1,5 knoop stroom op de kont. Sya houdt zich prima. Af en toe een lancering vanaf een golf maar de zwaartekracht zorgt er voor dat we nog elke keer neerwaarts gaan. Wel met luide klappen. Er is veel buiswater. Overslaande golven kruipen zelfs onder mijn buiskap door en het stroomt via de luikopening binnen. Het luik dus dicht houden. In de nacht is het pikkedonker (1 dag na nieuwe maan) maar gelukkig is er weinig scheepvaart zodat ik mijn slaapjes kan pakken. Met alleen een afgebroken neerhouder, één lekkend raam en koffievlekken her en der kom ik 's ochtends vroeg bij Dominica aan. 130 NM in 25 uur. De wind was 10 - 26 knopen uit ENE.
Al bij aankomst op Dominica viel het op dat eiland in de regen lag. Ik kan nu melden dat dit geen uitzondering is. Een wolkendek hangt permanent boven het hoge deel van het eiland en levert dus aan de lijzijde de buien op; met name in de nacht. Ze hebben dan hier ook niets voor niets een tropisch REGENwoud. Aan boord betekenen de buien een 'luikje open - luikje dicht' repeterend ritueel.
De pilot van Chris Doyle is lovend over het gereduceerd papierwerk bij de Douane en noemt het zelfs een voorbeeld voor andere landen. Nou ik ben minder lovend. In mijn ogen is er niets bijzonders. Er wordt niets verteld dat je niet meer hoeft uit te klaren als je minder dan 14 dagen hier verblijft. Nee, er werd me zelfs gemeld dat als ik van Roseau naar Porthmouth in het noorden wil varen ik een 'cruising permit' moet hebben. Daarbij nog optellen dat je om te hiken een algemene park permit nodig hebt maar om de Indian river te bezoeken moet je weer een andere permit kopen.De hoofdstad Roseau levert weer het beeld van een levendige stad. Als een cruiseschip van het formaat Bijlmerflat om acht uur 's ochtends wordt gelost wordt de weg langs het dock afgezet en stromen de mensen de stad in of verdwijnen via gereedstaande busjes naar allerlei bezienswaardigheden. 
Echter op een zondag is de stad uitgestorven zoals op deze foto te zien is. 
Buiten de stad is er dan nog wel levendigheid. De mensen zitten voor hun huis, kletsen, sleutelen aan auto's en roken wat... Het valt me op dat ze voor elke dienst betaald willen worden en daarbij waanzinnige bedragen vragen. Toen ik 100 liter drinkwater wilde tanken werd 10 US$ gevraagd. "No way; absolutely ridiculous" was mijn antwoord. Verbaasd werd ik aangestaard. Waarschijnlijk betalen de meeste Yachties gewoon waardoor dit soort wantoestanden blijven bestaan. Ik wil fair behandeld worden en niet als een westerse melkkoe. Uiteindelijk zijn we overeengekomen dat ik niets betaal omdat ik ook al aan zijn mooring lig (10 US$ per nacht; dit is wel een normale prijs). Op het moment dat je iets koopt of een dienst afneemt moet je dus voor jezelf al hebben bepaald wat het je waard is. Zo'n waardebepaling is moeilijk voor ons westerlingen omdat bij 'ons' in de winkel alles al geprijsd is. Bij grote uitgaven is het zinvol om even internet te raadplegen.
Om te hiken heb je vervoer richting startpunt nodig en nog belangrijker vervoer terug voor als je niet meer op je benen kan staan. Voor sommige hikes is een gids verplicht of sterk aanbevolen. Als alleengaande in een taxibusje betaal je de volle mep. Op de ankerplaats liggen niet veel jachten om een behoefte te combineren dus daarom ben ik hotels gaan afgelopen. Bij het Fort Young hotel was het raak. Zij organiseren trips (echter niet de echte, zware hikes) die voor iedereen open staan. Dus me ingeschreven voor de Indian River en een kleine hike. Met een busje met 6 andere hotelgasten naar de Indian River gereden. Permits waren al door de chauffeur geregeld. Je mag deze rivier niet zelf bevaren maar alleen via lokale roeiboten. 
Bloodwood trees (ik weet de Nederlandse naam niet) met hun enorm wortelstelsel overdekken het riviertje. Een leguaan ligt op een tak rustig naar je te kijken. Langzaam glij je in stilte steeds verder het riviertje op. Schitterend! 

Na een lunch hup het busje in richting regenwoud. Al slingerend reden we steeds dieper het woud in. Citrusvruchten- en bananenplantages zijn er volop. De route van de hike was zeer goed aangelegd. Het staat dan ook te boek als een familiehike. Hierbij veel uitleg over alle soorten bomen en hun gebruik gekregen. 

Een hoogtepunt was de uitkijkpost over het regenwoud. Je ziet havikken en papagaaien. Het is overigens moeilijk om een groene papagaai in een groen bladerdak te ontdekken. Ze kunnen je wel alles wijsmaken... De herinnering aan Toon Hermans met z'n 'Roepie-roepie-vogel' kwamen boven. Tegen zessen kwamen we weer bij het hotel aan. Het was een mooie trip.

29 feb 2012: Richard voelt zich beroerd!
1) Door alle snelle weerswisselingen (regen, wind, warmte) te Dominica heb ik een stevige verkoudheid opgelopen. Door de koorts transpireer ik erg veel. Het grootste deel van de dag in bed gelegen omdat ik morgen toch wil hiken.
2) Vandaag ook gehoord dat Gette niet naar Antigua kan komen. De eerdere toezegging voor een aantal dagen vrij is door haar baas veranderd in gewoon geen vrij. In het hoogseizoen 7 dagen per week werken. Tegen koorts kan ik APC innemen maar ik heb op dit moment geen flauw idee meer hoe ik dit een positieve draai kan geven. Een beetje radeloos.
M'n laatste dag op Dominica. Wederom een georganiseerde trip. Het weer was deze dag zeer gevarieerd. Het varieerde namelijk tussen motregen en zware tropische regenbuien. Met het busje zijn we eerst richting Middleham falls gereden. Om deze waterval te zien moet je ruim een uur lopen. Het is een mooie tocht die dwars door het regenwoud loopt. Onze chauffeur/gids doet zelf de tocht moeiteloos op z'n slippers. 
Veel klimmen en dalen. Helaas loop je dezelfde weg ook weer terug. Door de regen werd het steeds modderiger. Het is een mooie waterval maar het nadeel van deze waterval is dat deze te groot is. Het past gewoon niet op één foto. Ik heb dan dit ook als klacht bij de gids gedeponeerd. Voor de bloglezers: hieronder de twee delen van de waterval. Zelf even uitprinten en met knippen en plakken heb je zo de complete waterval zichtbaar. 

Vervolgens hebben we gezwommen in koudwaterbasin Titou Gorge waarbij je al zwemmend door een kloof bij een klein watervalletje uitkwam. In de kloof had je leuke stroomversnellingen waarop je kon uitleven. uit veiligheidsoverweging kreeg iedereen een zwembandje om. Na deze verfrissende ervaring en een lunchstop onderweg naar de beroemde watervallen Trafalgar falls. Toen we daar aankwamen was een langdurige tropische regenbui begonnen. De watervallen zelf waren mooi maar vele schoonheid werd door de regen weggenomen. 
En toen... omkleden en in je zwembroek naar beneden lopen met je rugzak zo goed mogelijk tegen de regen ingepakt en je uiteindelijk laten zakken in een warm bad! In de buurt ontspringt namelijk een warmwaterbron die met een flink debiet warm water levert. Het sfeerplaatje: Richard ligt met z'n ogen dicht tussen de rotsen met bruin gekleurd klotsend warm water om zich heen met boven hem een lekkend dak van tropisch bomen waar de regen toch doorheen komt. Harpmuziek ontbreekt. Dat is heel lang geleden dat ik een bad heb genomen. Alleen de shampoo vergeten... Helaas is het niet gelukt om, vanwege de hoeveelheid regen en het beperkte licht, een goede foto van het bad te nemen. Daarom een foto van het Internet geplukt (deze dame ken ik niet).

maandag 20 februari 2012

St. Vincent II (St. Vincent & the Grenadines)

Het omdraaien van mijn boot i.p.v. naar Dominica te varen kan alleen maar betekenen dat er een vrouw in het spel is. En dat klopt. Toen ik de eerste keer op dit eiland was heb ik een mooie, lieve Vincentiaanse vrouw leren kennen. Na mijn vertrek is er nog wel gebrekkig contact via telefoon, Skype en email geweest maar uiteindelijk besloten om vanaf Martinique om te draaien en door 'live' contact te werken aan een relatie. Verschijnen op Valentijnsdag maakte het extra bijzonder. Overigens ik moet zeggen dat een toekomst in het Caribisch gebied me meer aanstaat dan een toekomst in Nederland.

zondag 5 februari 2012

Martinique II

Op deze pagina het vervolg van Martinique. Het lukt me niet meer om de vorige pagina te bewerken.
Mijn  hoofddoel van mijn bezoek aan Le Marin is de vervanging van mijn rolreefsysteem van de genua. Caraibe Greement constateert dat het oude systeem volledig op en beschadigd is dus een simpele vervanging van een paar onderdelen is daarmee uitgesloten. De reden dat ik mijn genua niet meer naar beneden kreeg was ook logisch: een verbindingsstuk van het profiel was losgeschoten en had al een scheur in mijn genua gemaakt. De knip moet dus nog iets verder open. Maar binnen 2 dagen heb ik een nieuw systeem op mijn boot staan met een gerepareerde genua. Prijzig maar professioneel.
Le Marin zelf is niets. Als je het dorpje inloopt krijg je een gevoel dat je gewoon ergens in de Vogezen bent. Veel Caribische authenticiteit kan ik hier niet aantreffen; het is gewoon een stukje Frankrijk. 
Dit wordt natuurlijk mede veroorzaakt door de enorme hoeveelheid boten die hier liggen (passanten, vaste ligplaatsen en mijn lievelingen de charter catamarans). 
Het betaalmiddel is de euro en de prijzen zijn ook Europees. De bevolking hier heeft die bekende stugge franse houding. Het is dan ook moeilijker om echt contact te maken. Hierbij helpt mijn beperkte talenkennis ook niet bij. Maar er zijn ook oplossingen. In een café/restaurant in de haven ben ik zover dat ik met de eigenaresse Frans probeer te praten en dat zij mij corrigeert en/of in het Engels uitleg geeft. Ik hoef dus une bierre me niet te ontzien.
Hier ook nog een scubaduik gemaakt. Ik moet wat ervaring krijgen. Bij het rif gingen we in dit geval niet met een achterwaartse rol erin maar alles werd in het water gegooid en je moest maar daar je fles met vest omdoen. Gelukkig was dit ook onderdeel van de PADI training geweest. Onderwater was het aardig maar niet uitzonderlijk mooi. Ben ik te veel verwend met Bequia of is dit gewoon een mindere plek? De divemaster had zelf zijn fototoestel bij zich waardoor hij o.a. deze prachtige foto van mij (ja, dat ben ik!) heeft kunnen maken.
Na een klein zeiltochtje in de hoofdstad (Fort de France) van Martinique aangekomen. De ankerplek bevat een zeer gemelleerd gezelschap van nationaliteiten en schepen. Hoofdzakelijk liggen er de wat kleinere boten maar deze franse catamaran is dan wel weer erg extreem. Deze zelfgebouwde catamaran Micromégas 5 van nog geen 5 meter lengte is met 2 personen in 22 dagen van de Canarische eilanden (La Gomera) de Atlantische oceaan overgestoken. Dat is sneller dan menig veel groter schip. De twee franse broers Emmanuel en Maximilien Berque houden er van om dit extreme uitdagingen te doen. Zie hun blog.
Het bruist in het centrum van Fort de France. Het is er druk en levendig en er zijn zeer veel winkeltjes; voornamelijk boetiekjes. Helaas maar weinig plaatsen voor goed internet. Wel zijn er diverse hotels met een open netwerk waarbij het me soms lukt om vanaf de boot in te loggen. Carnaval staat over een kleine maand hier op uitbarsten. De etalages staan er vol mee. Niet met saaie verkleedpakken zoals in Nederland maar meer interessante (...) kledij.
 En nu moet ik zeggen dat deze kleding nog de meeste vrouwen van Martinique nog goed zal staan ook. Helaas ben ik met Carnaval niet op Martinique maar wellicht dat ik het op een ander eiland meemaak.
Qua gebouwen laat Fort de France ook meer van de traditionele creoolse bouwstijl zien. Ik weet overigens niet of dit wel een echte bouwstijl is of onder een andere naam.
Naast dat kom je oude overheidsgebouwen tegen in de Frans, continentale stijl. Weer een juweeltje is de bibliotheek van Schoelcher. Dit gebouw was opgericht voor de wereldtentoonstelling van 1889 in Parijs en nadien ontmanteld en weer in Martinique opgebouwd. Het herbergt de geschonken boekenverzameling van de franse politicus Victor Schoelcher.
De afgelopen dagen was het regenachtig en miezerig. Je wordt er zelf een beetje passief van. Toch maar met een busje naar St. Pierre gegaan. Deze plaats aan de noordwestkant van het eiland was vroeger de hoofdstad van het eiland. De gehele stad is op 8 mei 1902 getroffen door een pyroclastische lawine van de vulkaan Pelée waarbij de gehele bevolking van de stad (29.000 personen) om het leven kwam. Slechts enkelen hebben het overleefd zoals de in de gevangenis zittende moordenaar Louis Cyparis. Van moordenaar tot beroemdheid. In het plaatsje zelf staan op vele plaatsen nog ruïnes waaronder de genoemde gevangenis en het theater.
Nou wil ik dan ook eens die vulkaan met z'n caldeira zelf bekijken. Dus samen met 'mon huurvoiture' eerst richting Le Morne-Rouge gereden. De weg is een schitterende slingerweg die zeer goed onderhouden is. Je krijgt het gevoel alsof je met 70 kilometer per uur door Burgers Bush rijdt. Helaas erg weinig stopgelegenheden om foto's te maken. Vanaf Le Morne-Rouge kan je met de auto al een stukje de vulkaan oprijden. Dat scheelt weer. En dan toch zelf verder. Ik had naast eten en veel drinken ook een extra lang t-shirt en een zomerregenjas bij vanwege de kou en regenkans. De top van de vulkaan lag in de wolken maar ik hoop maar dat dat wegtrekt. De route naar boven is steil en bestond voornamelijk uit hééél veel traptreden maar ook hele stukken waarbij je tegen rotsen moest klauteren. Je merkte dat de wind fors toenam maar ook de mist werd dikker. De temperatuur daalde hard. Uiteindelijk heb ik met een stevig hartritme de top van de vulkaan op 1245 meter hoogte gehaald en dan dat uitzicht....! Niets! Potdichte mist. 'T is dat volgens de kaart dit de top van Montagne Pelée was maar voor het zelfde geld sta je tegen een andere berg aan te leunen. ik heb gekozen om niet de caldeira rond te lopen want van alleen in de mist te lopen krijg ik geen goed gevoel. Ik vind lopen eigenlijk al helemaal niets dus laat staan lopen in de mist.
Na een poppentochtje van 11 NM bij St. Pierre voor anker gegaan. Dit is een port of entry dus ideaal om ook uit te klaren voor richting Dominica. De top van Montagne Pelée blijft 'gelukkig' alle dagen in een permanente wolk hangen.

Ik lig dicht bij het dock zodat ik al roeiend met de dinghy er naar toe kan. Volgens de pilot hinder je de vissers dan zo min mogelijk. Dat ik er dicht bij lag werd duidelijk toen een catferry aan kwam meren. Zonder enige vloek van de stuurman (hulde zeeman!) wist hij zijn ferry in de beperkte ruimte tussen Sya en het dock te draaien. Zonder te overdrijven maar er zat maar één meter tussen beide boten en dankzij zijn schroefwater bleef het daarbij. Nergens had ik iets gelezen dat dit dock ook voor grote schepen gebruikt wordt. Aangezien ik het plaatsje al ken is er weinig te ontdekken dus wat bootklusjes gedaan, gelezen en weer eens een was gedraaid.

Op zondag 12 februari was er een carnavalsoptocht in St. Pierre. Waarschijnlijk als opwarmertje naar het echte carnaval. Zomerse, carribische muziek gaf het een vrolijk sfeer. M'n heupen bewogen.


Inmiddels besloten om niet rechtstreeks naar Dominica te gaan maar via de 'omweg' van St. Vincent. Deze omweg is totaal slechts ruim 200 NM. Ik kijk er onder meer naar uit om weer een nachtelijke tocht te maken.

donderdag 2 februari 2012

Martinique

Na losgooien in Rodney Bay zette ik toch snel een eerste rif in het grootzeil. Ik verwacht een wind rond de 20 knopen. Het is gelukkig niet tegen de wind in of erg scherp er tegenin. De wind is oostelijk en de kracht daadwerkelijk tussen de 17 en 22 knopen. Af en toe kreeg ik er een bui overheen die mijzelf dan weer even zoet spoelde. Het enige wat ik deed was spelen met het in- en uitroillen van de genua om voldoende zeil te behouden.
Deze video met m'n watrerdichte fototoestel tijdens een rustiger moment gemaakt
Een bui had ik toch wat fout ingeschat. Het zag er als een kleintje uit maar toen het dichterbij kwam bleek het een forse te zijn met veel regen. Dat is het geluk als er meer boten varen. Je kan zien wat het effect is van wat er komt. Echter in dit geval was alles achter de regen verstopt. Nou deze bui was een beste hoor. Ik kreeg 33 knopen wind op m'n donder en dat met slechts 1 rif in het grootzeil. ik zei nog tegen me zelf : "nou nou nou Richard toch! Da's wel 'n een bietje veul". De bui uitgereden door Sya even heel scherp aan de wind te varen zodat het zo min mogelijk wind vangt en de zeilen net niet klapperen. Na een paar minuten was het overgewaaid en stond er even slechts 8 knopen wind. Het was een wisselvallige tocht waarbij veel gewerkt moest worden. Ik vind het heerlijk om dit soort tochten volledig op de hand te sturen. Na 35 mijl de jachthaven van Le Marin binnengelopen. Ik had al gemerkt dat vele franse zeilers naar Martinique uitkeken. Niet specifiek vanwege de taal maar vanwege het aanbod in de supermarkten. In de haven als op de ankerplaats zijn het met name franse jachten die er liggen. Ik hoop maar dat het hard waait zodat mij Nederlandse vlag wappert en niet als een vaatdoek naar beneden hangt. Voor je het weet beginnen ze frans te praten en ik had slechts 2 dagen op de oceaan kunnen oefenen.


Deze pagina wordt nog verder aangevuld.

vrijdag 27 januari 2012

St. Lucia

Dinsdag 24 januari 2012 nog even om 6:00 uur mijn email bij het restaurant in Walliabou gecheckt en om 7:00 weggevaren. De linehandlers waren er nog niet op dus ik kon zelf het water inspringen. Volgens de pilot kan er bij de 900 meter hoge vulkaan Soufriere aan de noordzijde van St. Vincent gemakkelijk, als gevolg van een windversnellingszone,  30 á 40 knopen wind staan. Dus met twee riffen al motorzeilend onder de kust naar het noorden gegaan. De wind trok daar wel aan tot 24 knopen noordoostelijk maar het bleef daarbij. Alweer geluk.
Mijn doel was het plaatsje Soufriere op St. Lucia. In het St. Vincent channel was het lekker stampen en de zoutkorst op mijn gezicht nam gestadig toe. Hoe verder je van St. Vincent afkwam hoe rustiger de wind werd zodat langzaam de genua verder werd uitgerold en ik zelfs het laatste stuk ongereefd heb gevaren.
Bij Soufriere zijn twee bekende rotsen: Petit Piton (744 m) en Gros Piton (790 m). Ze zijn aardig maar verder doen ze niet veel. Het is dat ze hier liggen.
Helaas waren de moorings aan de noordzijde van de baai bezet dus maar een aan de zuidzijde genomen. Vele helpende handen worden aangeboden maar achteraf willen ze wel een betaling. Mijn achterlijn (eigenlijk lijnen want de afstand was 50 meter en ik wil mijn 100 meter lijn hier nog niet voor gebruiken) werd aan een boom vastgemaakt. Je betaalt een jongen een paar EC dollar en gaat genieten. Diezelfde nacht wordt er om 24:00 op mijn boot geklopt. De buren. Niet omdat ik te luid lag te snurken maar omdat mijn boot tegen hun boot aan lag. Raar maar het kan gebeuren door stromingen en wind. Ik begin daarom mijn achterlijn strakker te zetten maar na zo'n 20 meter te hebben ingehaald merk ik dat ik mezelf naar het rotsachtig strand trek en de lijn is nog verder in te halen. Waarschijnlijk ligt mijn mooring los. er is maar een oplossing en dat is weggaan. Dus motor starten; het water in om mijn achterlijn los te maken en Sya vaarklaar te maken. Binnen een paar minuten ben ik weg. Maar ja en dan? Ankeren is i.v.m. bescherming van het koraal verboden en zo ver ik weet waren alle moorings bezet dus er is maar één oplossing: dit wordt een nachtje op zee blijven. Met een puntje genua zeil ik met slechts 1 knoop snelheid voor de kust (bijliggen lukt me zonder grootzeil niet en ben te lui om het te zetten). Er is hier wel scheepvaart dus ik probeer met slaapjes van 10 minuten iets van rust te krijgen. Over stuurboord nadert een op de motor varend zeilschip. Het komt dichterbij maar het reageert niet op mijn oproep op kanaal 16. Zelfs mijn scheepstoeter erbij gehaald. Midden in de nacht het geluid van een 'eland die er wel zin in heeft' levert ook geen reactie op. Dan maar zelf uitwijken en de motorende catamaran passeert. Ik geeft 'm een overweging op kanaal 16 na maar ook hierop geen reactie. Ondanks het feit dat het hoogstwaarschijnlijk een huurcatamaran van Martinique is ga ik niets meer over zeggen. 'Ik begin d'r nie mer an'. Zodra het licht wordt ga ik weer richting Soufriere en vind een reeds verlaten mooring aan de noordzijde.
Internet is gelukkig veel aanwezig via allerlei onbeveiligde netten. Internetbankieren laat ik dan ook maar even liggen. Het stadje Soufriere bevat vele oud creoolse huizen. Het geeft een mooi beeld van dit deel van het eiland.


Wel wordt er enthousiast op toeristen ingespeeld. Overal worden gevraagd en ongevraagd diensten aangeboden zoals het op mijn dinghy passen die ik zelf aanmeer en met een slot vastleg. Als ik terugkom verwacht zo'n jongen betaald te worden. In dit geval krijgt hij niets en leg ik hem vriendelijk waarom ik niet voor ongevraagde diensten betaal. Hij aanvaardt dit. Op mijn wandeling naar de watervallen loop ik deze natuurlijk mis en zit ik op een weggetje dat steeds smaller wordt en me verder het tropisch regenwoud inneemt. Het is blijkbaar de oude weg naar Vieux Fort. Op vele plekken is de weg zwaar beschadigd door extreme regenval tijdens de recente orkaan Thomas. Op een mooie plek met schitterend uitzicht ontmoet ik David en Priscilla. Zij wonen en leven met name van de natuur rondom het huis.


Ik wordt erg vriendelijk ontvangen. Dit komt mede omdat hier eigenlijk geen toeristen komen. David is ook imker. De eigen honing smaakt naar bloemen en vruchten. Het voedsel van de bijen bepaalt natuurlijk ook de smaak van de honing. Ik krijg een fles honing in mijn handen gedrukt. Al verder pratend komt David met cinnamon (deze Nederlandse culinaire barbaar had het niet door dat dit kaneel is). Ook dit is goed voor je zei hij. Gewoon een stukje in rum laten weken en dat drinken. Het is niet alleen goed tegen een verkoudheid maar ook als oppepper voor je mannelijkheid. Je krijgt het er erg warm van. Nu kan ik geen reden bedenken waarom ik hiervan een zak vol van meekreeg... Ze wilden absoluut geen betaling voor hun giften hebben maar toch heb ik David iets in zijn handen geduwd met daarbij een uitleg. Op de terugweg liep David met me mee en legde vol enthousiasme alle bomen uit (en liet me ook het e.e.a. proeven zoals verse cacaobonen) en andere bijzondere feiten van de omgeving. Je voelt je geen toerist maar een gast.
Op St. Vincent ook al deze bijzondere manier van huizenbouw gezien. Er wordt een enorm bouwwerk van palen opgezet en op de bovenste laag wordt een woning gebouwd zodat het op dezelfde hoogte als de weg ligt. Als er geld is wordt eventueel een benedenverdieping gemaakt. Dit hotel is dus op de vijfde etage geplaatst.

De afgelopen dagen had het stevig gewaaid met tot 30 knopen in de baai. Tja en als je dan toch naar de kant wil zijn er drie opties: a) niet gaan; b) een watertaxi nemen of c) de leukste met alleen je onderbroek aan en alle kleren in een plastic zak met de dinghy naar de kant varen. Er kwam zo veel warm, zoutwater over zodat ik onderweg zelfs moest hozen. Drijfnat sta je op de dinghypontoon je af te drogen en om te kleden. Ja en dan is er even een momentje dat een witte kont zichtbaar is. Komen ze wel overheen...
Het was weer tijd om verder te gaan. Het was de bedoeling om naar Rodney Bay slechts 15 mijl noordelijker te varen. Bij de start op 28 januari stond er redelijke wind maar die nam geleidelijk steeds verder in kracht toe tot 18-26 knopen wind met als top 30 knopen. De zee was vergelijkbaar met een Noordzee-zeetje en bij een noordwesten wind dus hakken geblazen. 
Door de hoge, steile golven wilde ik geen tweede rif zetten omdat ik dan te weinig kracht had om er tegenin te gaan. Het gangboord zat volledig onder water en af en toe zelfs delen van de ramen. Zo schuin heb ik Sya nog nooit gevaren en zo dacht mijn inventaris er ook over. Binnen schoten laden en kastdeurtjes open en de uitstalling op de vloer nam gaande de tocht toe. 
Een mooi moment was het toen een groepje pilotswales (grienden) naast de boot meezwommen. De boot hield zich prima en na 5 uur hakken kwam ik doodmoe in de marina aan. Ik hou er van om op dit soort tochtjes zelf te sturen. Na op de steiger onder de waterkraan te hebben gedoucht kon ik binnen opruimen. Alles is waterdicht gebleken. In de haven weer diverse bekende zeilers aangetroffen zoals bijvoorbeeld Rachelle en Tony van de Saltwhistle III. De marina is groots opgezet en ingericht voor de grote schepen. Voor de duidelijk: het ponton waar Sya aan ligt is niet een langsteiger maar slechts een vingersteiger van 60 voet lang! 
De omgeving van Rodney Bay is niet mooi en erg toeristisch. Vele afgeschermde ressorts zijn hier dan ook. Richting Rodney Bay zelf is een grote sliert van alleen maar restaurantjes en de huidskleur die je daar aantreft is blank (of rood). Dit is niet mijn plek. Bij een garage mijn reefhaak laten lassen en 2 nieuwe RVS pennen voor de riemen van de dinghy laten maken. Het rolreefsysteem van de genua is echt op maar ik kan er nog wel mee zeilen. Het lukt me echter ook niet meer om de genua naar beneden te halen. Nu zit er hier ook een zeilmaker/tuiger. Hij zou wel gedurende de dag eens langskomen maar een tijdindicatie wilde hij niet geven. Ik heb 'm dus niet gezien noch dat ik een berichtje zag. Ik laat het wel op Martinique door een echte tuiger maken.
Rodney Bay vindt ik echt geen aanrader. De hele atmosfeer en de omgeving kan je plaatsen op elk plekje in de wereld. Elk origineel stukje St. Luciaans is weg. Dit werd vandaag ook beaamd door de in eerste instantie norse dame van douane waar ik was om uit te klaren. Omdat er niemand van immigration was zorgde zij ook daarvoor zodat ik weg kon richting Le Marin op Martinique.

O ja, deze bakker maakt het zich erg gemakkelijk en legt alle verantwoording voor de kwaliteit van zijn overigens niet zo smakelijk brood hogerop. Op de verpakking staat: "The quality of our bread is Gods blessing". Ook handig voor klachtenbehandeling.....

zondag 15 januari 2012

St. Vincent (St. Vincent & the Grenadines)

In de baai van Bequia waaide het een beetje maar toch twee riffen in het grootzeil gezet. Dat was niet te weinig want zodra ik uit de luwte van Bequia kwam was het meteen 22 - 26 knopen (= flinke 6 Bft) aan de wind. De golven waren steil en af en toe dook Sya er lekker in. Aangezien ik ook stroom tegen had was het kruisen geblazen. Het was even lekker werken en na 4 uur genieten met een gezicht vol aangekoekt zout het zeil naar beneden en op de motor door het betond geultje in het rif de Blue Lagoon in. Ondanks dat het volgens de informatie moet kunnen knijp je toch je billen tegen elkaar als in die doorgang er even nog maar 20 centimeter water onder de kiel is. In de baai ben ik aan een mooring gaan hangen. Het rif beschermd de baai prima tegen de golven.
De naam Blue Lagoon doet echter iets mooier vermoeden dan het werkelijk is. Het is een Sunsail verhuurbasis. Het rif welk als snorkelgebied staat vermeld is niet fraai en gevaarlijk door de hoge golven die er op breken. Door de waterbeweging is het ook geen helder water. Maar er is een groot voordeel van deze locatie. Er zijn douches voor de huurder van Sunsail-schepen! Dus ik met de dinghy naar de kant en door een Sunsailgezicht op te zetten (middelmatige zeiler die een te grote boot huurt) de douches binnengelopen. Dit zijn voor mij de eerste douches sinds mijn vertrek uit Mindelo 27 november 2011. In de tussentijd me in zee gewassen en/of de douchezak gebruikt of gewoon een lekkere regenbui als douche.
Ik was al met Chrisja een dagje op St. Vincent geweest dus ik kon de weg wel vinden in het centrum van de de hoofdstad Kingstown. Op een zwerftocht hoorde ik in een klein straatje gospel gezang. Dus op onderzoek uit. Trap op, hoekje om en weer een trap op waarna ik aan de open deur van een kerkzaal stond. Meteen werd ik op een prominente plaats neergezet. De voorganger speelde zelf basgitaar. Prachtig om dit te horen en nu ook om te zien. Na enige tijd ging een microfoon rond waardoor aanwezigen hun persoonlijke belevenis van die week konden vertellen zoals net 56 jaar geworden; een gelukkig huwelijk; trots zijn op een zoontje e.d. En toen: "today we have a special guest in our community" en allen keken naar mij terwijl de microfoon in mijn handen werd gedrukt. Ik heb een klein verhaaltje gehouden wat te midden lag van 'ik ben Richard en doe Donald Duck na' tot na elke zin het uitroepen van 'praise the Lord ; Halleluia!'. Na de viering handenschudden met de aanwezigen en koffiedrinken. Toen ik de voorganger vertelde dat ik ze per ongelijk had gevonden was zijn te verwachtte antwoord dat mijn bezoek geen toeval was maar dat ik door de Big Man gestuurd was. Ja, dan houdt dus elke spontaniteit op.
Het straatbeeld van Kingstown is druk en veel straathandel.  Bijzonder zijn de kruiers met hun eigengemaakte karretjes die alles en nog wat vervoeren.
O ja, ik ben deelgenoot geweest van m.i. een nieuw record. Met 21 personen in een lokaal 'dollar'-taxibusje. Nu zijn de meesten personen hier het tegenovergestelde van broodmager dus het busjes zat lekker strak vol. Daarbij nog een keiharde reggae muziek denken en je hebt het sfeerplaatje gecreëerd. Onderstaande foto geeft zo'n vergelijkbaar busje. 
Toch bijna een week in de Blue Lagoon gelegen terwijl ik eerder had gemeld dat het niet zo mooi was. Dit verdient uitleg. Blue Lagoon is ook de locatie van SunSail verhuur met diverse faciliteiten. Zo waren er de douches, maar ook gratis wifi en een bar. Om naar Kingstown te komen was het slechts 20 meter lopen om langs de weg op de bus te wachten. Klinkt allemaal erg relaxed. Daarbij had ik nu ook tijd en zin om mijn banjo weer eens te bespelen. Er lagen slechts weinig boten aan moorings dus ik heb maar weinigen kunnen vervelen met de eindeloze herhalingen van bijvoorbeeld 'Wildwood Flower'. Daarnaast nog interessante Vincentianen ontmoet zoals Gette. Zij heeft naast haar normale baan ook haar liefdadigheidsorganisatie (Aunt G's Charitable Children Organization) die zich richt op kinderen. Ik vond het jammer om te vertrekken juist omdat ik verwacht dat de volgende eilanden allemaal veel toeristische worden.
Blue Lagoon met het koraalrif zichtbaar (brekende golven)

Op vrijdag 20 januari had ik een zeilafspraak met de eerder op Bequia ontmoette Engelse Kerry (eh; fout! Britse is correcter want ze komt uit Cardiff). We zijn samen eerst een stuk in het kanaal tussen St. Vincent en Bequia gevaren om weer even echte golven te voelen en daarna naar de baai Petit Byahaut op slechts een uur varen.
Prachtige omgeving en zeer mooi, kristalhelder snorkelwater. Door mijn huidige duikervaring merkte ik dat ik gemakkelijker naar 8 meter of dieper snorkel om dan boven de bodem te zwemmen en visjes te fotograferen. De kwaliteit van de foto's neemt toe zoals de foto van een trompetvis en een Kerryfish.

Daarna stond de batcave op het programma. Al snorkelend ging ik voorop de grot in. Een grote krab probeerde zo'n halve meter naast me verticaal de rots te beklimmen en donderde recht voor me in het water. Je schrikt en ik kon me lach niet houden (mijn versie is lachen; Kerry's versie: een schreeuw). Verder de grot in snorkelend hingen veel vleermuizen. Doordat de grot vrij smal was en er toch een redelijke deining naar binnen liep werd je verder de grot ingespoeld waardoor we besloten om rechtsomkeer te maken. Op het eind van de middag zijn we de baai van Walliabou binnengevaren. Vier bootjes dreven meteen om ons heen.
Je had de lijnman die de voorlijn aan een mooring vastmaakte en de achterlijn aan een pijler; de eigenaar van de mooring zelf en twee lokale verkopers van fruit. In deze baai Monique en Paul van the Full Circle weer ontmoet. Een hartelijk weerzien.
Aan het begin van de avond kwam ik weer op mijn boot. Een zeer grote huurschip met daarop Duitsers had zich in de buurt van mijn boot neergelegd en ze waren nog druk bezig. Maar boten bewegen. Ze waren aan het rommelen met fenders om de twee boten van elkaar te houden. Ik was pissig met name toen ze tegen mijn buitenboordmotor die aan het hek hing aankwamen (achteraf schade geconstateerd). Heel duidelijk heb ik in het Engels verteld wat ik er van vond. Toen ik even later met mijn dinghy naar s/y Full Circle wilde gaan zaten ze weer tegen me aan. In nog overduidelijke taal gemeld dat goede zeilers geen onbekende haven in het donker aanvaren voor complexe havenmanoeuvres maar buiten blijven wachten tot het daglicht wordt en dat ik nu verwachtte dat meteen weg zouden gaan om schade aan mijn boot te voorkomen. "Jawohl, aber ....." "No, not aber, go away immediately; damned"!! Ik was woest. Ik ben in mijn dinghy blijven wachten totdat ze vertrokken. Dezelfde avond hebben ze in de baai op enkele andere plekken geprobeerd te ankeren en uiteindelijk zijn ze vertrokken. Klungels.
De volgende dag voor een groot deel Paul geholpen om meer uit zijn SSB zender te halen. Pas op het eind van de dag werd het ontvangst van gesproken woord en fax beter (zie ook de website van Full Circle). En natuurlijk probeerde een 40 voets charter catamaran met slechts 1 zeiler en vele nutteloze handjes aan boord aan de mooring naast me gaan liggen en ja nu ook weer kwamen ze continu tegen mijn boot en de buitenboordmotor aan. I.v.m. standaardisatie heb ik ze eenzelfde behandeling als bij de eerdere boot gegeven en wederom verlaatte een tevreden zeilboot de mooring .....


Met hartpijn dit mooie eiland verlaten.

zondag 8 januari 2012

Bequia II (St. Vincent and the Grenadines)

Zoals het in een democratie er aan toe gaat hebben we samen besloten om na twee dagen Tobago Cays weer naar Bequia terug te gaan. De wind is iets afgenomen en is 15-20 knopen uit het ENE dus een mooie aan de windse koers. Dat is overigens wel lang geleden; aan de wind varen. Het is wennen. De boot hangt over een kant en de beweging van het schip is 90 graden gedraaid: van een slingeren in stampen. Ik moet toch zeggen dat ik persoonlijk slingeren fijner vind. Bij Bequia nog zelfs moeten kruisen. Na een mooi tochtje van 7 uur zijn we aan een mooring gaan hangen recht voor het Gingerbread hotel. Het bereiken van een dinghy steiger kan nu roeiend. Dat komt goed uit want de oorzaak van het zeer hoge benzineverbruik van mijn buitenboordmotor is een lekkende brandstofleiding. Ik heb geen druppel meer aan boord.
Op 5 januari zijn we om half negen (dat is vroeg volgens het enige en enigste bemanningslid) met de ferry naar St. Vincent gevaren. Het zijn oude Noorse ferry's en op vele plekken kom je dan nog de Noorse teksten tegen. Na een tochtje van een uurtje in de hoofdstad Kingston aangekomen. Je ervaart meteen weer het leven van een grotere stad: drukte en meer lawaai maar ook kleurrijker qua activiteiten. Op de 'to-do-list' staan een bezoek aan Walliabou en shoppen te Kingstown. Voor de rest zien we het wel.
Met een taxi naar een filmlocatie van Pirates of the Carribean te Walliabou gereden. Met de taxichauffeur veel gesproken. niet alleen over het eiland zelf maar ook de zelfverrijkende vorige president, de verdiensten van de huidige president en deze relatie met Venezuela. Hier is Chaves een goede vriend die goedkoop olie levert. Tijdens de rit zie je de schoonheid van het eiland en met name het ruigere, groene binnenland. Dit wil ik als ik langer op het eiland ben verder verkennen; maar dan met een gids.
In de baai van Walliabou liggen diverse jachten voor anker. De pilot vermeldt dat je de achterlijn maar een een palmboom moet vastmaken en warempel het klopt. De stenen boog aan de noordzijde schijnt aan het begin van Pirats of the Carribean deel 1 gebruikt te zijn. Er zijn enkele rekwisieten en achtergebleven documenten te zien.


De terugtocht naar Kingstown hebben we met een busje afgelegd. Ik kan melden dat met vier personen (en dan niet van die lichtgewichten) op één bank de deur toch nog dicht kan. Je zit zo klem dat vasthouden voor het bochtenwerk van de chauffeur niet nodig is. Eenmaal in Kingstown aangekomen werd het shoppen en de plaats zelf bekijken door rond te lopen. Af en toe rook je een 'Amsterdamse geur'. Op het eind van de middag weer met de ferry terug naar het buureiland en zijn we gaan eten in het Gingerbread restaurant.
vertrek uit Kingstown.
De volgende ochtend 6 januari 2012 stond in het teken van opruimen en de koffer inpakken. Waarschijnlijk omdat ik een man ben verbaast het me hoeveel tijd het vergt om zo'n koffer van gering formaat in te pakken. Op het klein vliegveldje van Bequia inchecken en even wat drinken. De beveiligingsman controleert de inhoud van de koffer maar doet tevens wat barwerk. Een beetje multi-tasking. Een klein vliegtuigje komt aan en Chrisja gaat samen met enkele anderen aan boord. Dit wordt de start van haar terugreis: Bequia - Barbados - Antigua - London - Amsterdam.
De afgelopen twee weken was ik even geen single-hand zeiler meer. Het was de eerste dag even wennen voor me maar het waren twee prachtige weken!
Inmiddels besloten om zelf de volledige 5-daagse Open water Padi duikcursus hier in Bequia te volgen. Daarna ga ik verder.
Tijdens de duikcursus 'PADI Open Water' zijn we op totaal twee locaties geweest: het reeds bekende Devils Table en Moonhole. Natuurlijk gaat het bij deze duiken om vaardigheden te beheersen. Dat zijn bijvoorbeeld: al je apparatuur gereedmaken en checken; duikmasker op de bodem af doen en na een tijdje weer op zetten en leegblazen, simulatie dat je lucht op is (de instructeur draait gewoon de afsluiter van je fles dicht), signaleren en overgaan op de lucht van je buddy; zwemmen op kompas; zweven door goede balans met je trimvest; je hele set afdoen en weer aantrekken; veiligheidsstop en ermergency lift CESA. Maar naast al die verrichtingen is het gewoon mooi. Bij de laatste duik gingen we naar 18 meter diep; in werkelijkheid ben ik tot zo'n 20 meter gegaan. Het is heel verraderlijk want de bodem loopt glooiend af. Door op je drukmeter te kijken zie je pas hoe diep je werkelijk zit. Na het theorie-examen (slecht 1 vraag van de 50 fout) en de succesvolle verrichtingen ben ik nu 'n echte duiker. Ik zal zeker gedurende deze tocht op diverse locaties me bij duikscholen aanmelden door een duik.
Pagina uit het mijn logboek van de laatste duik.

Ik heb veel foto's gemaakt van allerlei soorten vissen. Het probleem is echter dat die vissen niet op hun plaats blijven wachten tot ná de foto. Mede hierdoor is het overgrote deel van de foto's bewogen. En d'r zaten nog wel hele mooie vissen bij zoals een gevlekte moreen; papagaaivis; ballonvis; trompetvis etc etc. Wie weet met meer ervaring en meer gewillige vissen gaat het me lukken.


De activiteiten aan de wal gedurende de cursus waren minimaal. Beetje luieren en in de middag een ijsje of biertje bij het mooie Gingerbread hotel welk recht naast m'n boot was. 
Op Bequia waren enkele bekenden vanuit Barbados aangekomen waaronder de redelijk onervaren Christian met z'n trimaran. Door een knullige constructie van een tweede anker aan de ketting van zijn hoofdanker was het tweede anker onder een grote rots klem komen te zetten. Al snorkelend is het me gelukt om die rots op te tillen (!) en het anker te bevrijden.
Juist op mijn verjaardag heb ik de duikcursus afgesloten. Dat is een mooi cadeau. 's Avonds heb ik met de die middag ontmoette Engelse toeriste Kerry Mexicaans gegeten. Nadien nog bij Fragipani naar de donderdagse steelband geluisterd.
De volgende ochtend m'n vaste ritueel op een vertrekkersdag: zodra ik wakker ben wil ik weg. Het doel is Blue Lagoon aan de zuidkust van St. Vincent. Ik verwacht een winderige aan de windse tocht.