vrijdag 27 januari 2012

St. Lucia

Dinsdag 24 januari 2012 nog even om 6:00 uur mijn email bij het restaurant in Walliabou gecheckt en om 7:00 weggevaren. De linehandlers waren er nog niet op dus ik kon zelf het water inspringen. Volgens de pilot kan er bij de 900 meter hoge vulkaan Soufriere aan de noordzijde van St. Vincent gemakkelijk, als gevolg van een windversnellingszone,  30 á 40 knopen wind staan. Dus met twee riffen al motorzeilend onder de kust naar het noorden gegaan. De wind trok daar wel aan tot 24 knopen noordoostelijk maar het bleef daarbij. Alweer geluk.
Mijn doel was het plaatsje Soufriere op St. Lucia. In het St. Vincent channel was het lekker stampen en de zoutkorst op mijn gezicht nam gestadig toe. Hoe verder je van St. Vincent afkwam hoe rustiger de wind werd zodat langzaam de genua verder werd uitgerold en ik zelfs het laatste stuk ongereefd heb gevaren.
Bij Soufriere zijn twee bekende rotsen: Petit Piton (744 m) en Gros Piton (790 m). Ze zijn aardig maar verder doen ze niet veel. Het is dat ze hier liggen.
Helaas waren de moorings aan de noordzijde van de baai bezet dus maar een aan de zuidzijde genomen. Vele helpende handen worden aangeboden maar achteraf willen ze wel een betaling. Mijn achterlijn (eigenlijk lijnen want de afstand was 50 meter en ik wil mijn 100 meter lijn hier nog niet voor gebruiken) werd aan een boom vastgemaakt. Je betaalt een jongen een paar EC dollar en gaat genieten. Diezelfde nacht wordt er om 24:00 op mijn boot geklopt. De buren. Niet omdat ik te luid lag te snurken maar omdat mijn boot tegen hun boot aan lag. Raar maar het kan gebeuren door stromingen en wind. Ik begin daarom mijn achterlijn strakker te zetten maar na zo'n 20 meter te hebben ingehaald merk ik dat ik mezelf naar het rotsachtig strand trek en de lijn is nog verder in te halen. Waarschijnlijk ligt mijn mooring los. er is maar een oplossing en dat is weggaan. Dus motor starten; het water in om mijn achterlijn los te maken en Sya vaarklaar te maken. Binnen een paar minuten ben ik weg. Maar ja en dan? Ankeren is i.v.m. bescherming van het koraal verboden en zo ver ik weet waren alle moorings bezet dus er is maar één oplossing: dit wordt een nachtje op zee blijven. Met een puntje genua zeil ik met slechts 1 knoop snelheid voor de kust (bijliggen lukt me zonder grootzeil niet en ben te lui om het te zetten). Er is hier wel scheepvaart dus ik probeer met slaapjes van 10 minuten iets van rust te krijgen. Over stuurboord nadert een op de motor varend zeilschip. Het komt dichterbij maar het reageert niet op mijn oproep op kanaal 16. Zelfs mijn scheepstoeter erbij gehaald. Midden in de nacht het geluid van een 'eland die er wel zin in heeft' levert ook geen reactie op. Dan maar zelf uitwijken en de motorende catamaran passeert. Ik geeft 'm een overweging op kanaal 16 na maar ook hierop geen reactie. Ondanks het feit dat het hoogstwaarschijnlijk een huurcatamaran van Martinique is ga ik niets meer over zeggen. 'Ik begin d'r nie mer an'. Zodra het licht wordt ga ik weer richting Soufriere en vind een reeds verlaten mooring aan de noordzijde.
Internet is gelukkig veel aanwezig via allerlei onbeveiligde netten. Internetbankieren laat ik dan ook maar even liggen. Het stadje Soufriere bevat vele oud creoolse huizen. Het geeft een mooi beeld van dit deel van het eiland.


Wel wordt er enthousiast op toeristen ingespeeld. Overal worden gevraagd en ongevraagd diensten aangeboden zoals het op mijn dinghy passen die ik zelf aanmeer en met een slot vastleg. Als ik terugkom verwacht zo'n jongen betaald te worden. In dit geval krijgt hij niets en leg ik hem vriendelijk waarom ik niet voor ongevraagde diensten betaal. Hij aanvaardt dit. Op mijn wandeling naar de watervallen loop ik deze natuurlijk mis en zit ik op een weggetje dat steeds smaller wordt en me verder het tropisch regenwoud inneemt. Het is blijkbaar de oude weg naar Vieux Fort. Op vele plekken is de weg zwaar beschadigd door extreme regenval tijdens de recente orkaan Thomas. Op een mooie plek met schitterend uitzicht ontmoet ik David en Priscilla. Zij wonen en leven met name van de natuur rondom het huis.


Ik wordt erg vriendelijk ontvangen. Dit komt mede omdat hier eigenlijk geen toeristen komen. David is ook imker. De eigen honing smaakt naar bloemen en vruchten. Het voedsel van de bijen bepaalt natuurlijk ook de smaak van de honing. Ik krijg een fles honing in mijn handen gedrukt. Al verder pratend komt David met cinnamon (deze Nederlandse culinaire barbaar had het niet door dat dit kaneel is). Ook dit is goed voor je zei hij. Gewoon een stukje in rum laten weken en dat drinken. Het is niet alleen goed tegen een verkoudheid maar ook als oppepper voor je mannelijkheid. Je krijgt het er erg warm van. Nu kan ik geen reden bedenken waarom ik hiervan een zak vol van meekreeg... Ze wilden absoluut geen betaling voor hun giften hebben maar toch heb ik David iets in zijn handen geduwd met daarbij een uitleg. Op de terugweg liep David met me mee en legde vol enthousiasme alle bomen uit (en liet me ook het e.e.a. proeven zoals verse cacaobonen) en andere bijzondere feiten van de omgeving. Je voelt je geen toerist maar een gast.
Op St. Vincent ook al deze bijzondere manier van huizenbouw gezien. Er wordt een enorm bouwwerk van palen opgezet en op de bovenste laag wordt een woning gebouwd zodat het op dezelfde hoogte als de weg ligt. Als er geld is wordt eventueel een benedenverdieping gemaakt. Dit hotel is dus op de vijfde etage geplaatst.

De afgelopen dagen had het stevig gewaaid met tot 30 knopen in de baai. Tja en als je dan toch naar de kant wil zijn er drie opties: a) niet gaan; b) een watertaxi nemen of c) de leukste met alleen je onderbroek aan en alle kleren in een plastic zak met de dinghy naar de kant varen. Er kwam zo veel warm, zoutwater over zodat ik onderweg zelfs moest hozen. Drijfnat sta je op de dinghypontoon je af te drogen en om te kleden. Ja en dan is er even een momentje dat een witte kont zichtbaar is. Komen ze wel overheen...
Het was weer tijd om verder te gaan. Het was de bedoeling om naar Rodney Bay slechts 15 mijl noordelijker te varen. Bij de start op 28 januari stond er redelijke wind maar die nam geleidelijk steeds verder in kracht toe tot 18-26 knopen wind met als top 30 knopen. De zee was vergelijkbaar met een Noordzee-zeetje en bij een noordwesten wind dus hakken geblazen. 
Door de hoge, steile golven wilde ik geen tweede rif zetten omdat ik dan te weinig kracht had om er tegenin te gaan. Het gangboord zat volledig onder water en af en toe zelfs delen van de ramen. Zo schuin heb ik Sya nog nooit gevaren en zo dacht mijn inventaris er ook over. Binnen schoten laden en kastdeurtjes open en de uitstalling op de vloer nam gaande de tocht toe. 
Een mooi moment was het toen een groepje pilotswales (grienden) naast de boot meezwommen. De boot hield zich prima en na 5 uur hakken kwam ik doodmoe in de marina aan. Ik hou er van om op dit soort tochtjes zelf te sturen. Na op de steiger onder de waterkraan te hebben gedoucht kon ik binnen opruimen. Alles is waterdicht gebleken. In de haven weer diverse bekende zeilers aangetroffen zoals bijvoorbeeld Rachelle en Tony van de Saltwhistle III. De marina is groots opgezet en ingericht voor de grote schepen. Voor de duidelijk: het ponton waar Sya aan ligt is niet een langsteiger maar slechts een vingersteiger van 60 voet lang! 
De omgeving van Rodney Bay is niet mooi en erg toeristisch. Vele afgeschermde ressorts zijn hier dan ook. Richting Rodney Bay zelf is een grote sliert van alleen maar restaurantjes en de huidskleur die je daar aantreft is blank (of rood). Dit is niet mijn plek. Bij een garage mijn reefhaak laten lassen en 2 nieuwe RVS pennen voor de riemen van de dinghy laten maken. Het rolreefsysteem van de genua is echt op maar ik kan er nog wel mee zeilen. Het lukt me echter ook niet meer om de genua naar beneden te halen. Nu zit er hier ook een zeilmaker/tuiger. Hij zou wel gedurende de dag eens langskomen maar een tijdindicatie wilde hij niet geven. Ik heb 'm dus niet gezien noch dat ik een berichtje zag. Ik laat het wel op Martinique door een echte tuiger maken.
Rodney Bay vindt ik echt geen aanrader. De hele atmosfeer en de omgeving kan je plaatsen op elk plekje in de wereld. Elk origineel stukje St. Luciaans is weg. Dit werd vandaag ook beaamd door de in eerste instantie norse dame van douane waar ik was om uit te klaren. Omdat er niemand van immigration was zorgde zij ook daarvoor zodat ik weg kon richting Le Marin op Martinique.

O ja, deze bakker maakt het zich erg gemakkelijk en legt alle verantwoording voor de kwaliteit van zijn overigens niet zo smakelijk brood hogerop. Op de verpakking staat: "The quality of our bread is Gods blessing". Ook handig voor klachtenbehandeling.....