vrijdag 27 januari 2012

St. Lucia

Dinsdag 24 januari 2012 nog even om 6:00 uur mijn email bij het restaurant in Walliabou gecheckt en om 7:00 weggevaren. De linehandlers waren er nog niet op dus ik kon zelf het water inspringen. Volgens de pilot kan er bij de 900 meter hoge vulkaan Soufriere aan de noordzijde van St. Vincent gemakkelijk, als gevolg van een windversnellingszone,  30 á 40 knopen wind staan. Dus met twee riffen al motorzeilend onder de kust naar het noorden gegaan. De wind trok daar wel aan tot 24 knopen noordoostelijk maar het bleef daarbij. Alweer geluk.
Mijn doel was het plaatsje Soufriere op St. Lucia. In het St. Vincent channel was het lekker stampen en de zoutkorst op mijn gezicht nam gestadig toe. Hoe verder je van St. Vincent afkwam hoe rustiger de wind werd zodat langzaam de genua verder werd uitgerold en ik zelfs het laatste stuk ongereefd heb gevaren.
Bij Soufriere zijn twee bekende rotsen: Petit Piton (744 m) en Gros Piton (790 m). Ze zijn aardig maar verder doen ze niet veel. Het is dat ze hier liggen.
Helaas waren de moorings aan de noordzijde van de baai bezet dus maar een aan de zuidzijde genomen. Vele helpende handen worden aangeboden maar achteraf willen ze wel een betaling. Mijn achterlijn (eigenlijk lijnen want de afstand was 50 meter en ik wil mijn 100 meter lijn hier nog niet voor gebruiken) werd aan een boom vastgemaakt. Je betaalt een jongen een paar EC dollar en gaat genieten. Diezelfde nacht wordt er om 24:00 op mijn boot geklopt. De buren. Niet omdat ik te luid lag te snurken maar omdat mijn boot tegen hun boot aan lag. Raar maar het kan gebeuren door stromingen en wind. Ik begin daarom mijn achterlijn strakker te zetten maar na zo'n 20 meter te hebben ingehaald merk ik dat ik mezelf naar het rotsachtig strand trek en de lijn is nog verder in te halen. Waarschijnlijk ligt mijn mooring los. er is maar een oplossing en dat is weggaan. Dus motor starten; het water in om mijn achterlijn los te maken en Sya vaarklaar te maken. Binnen een paar minuten ben ik weg. Maar ja en dan? Ankeren is i.v.m. bescherming van het koraal verboden en zo ver ik weet waren alle moorings bezet dus er is maar één oplossing: dit wordt een nachtje op zee blijven. Met een puntje genua zeil ik met slechts 1 knoop snelheid voor de kust (bijliggen lukt me zonder grootzeil niet en ben te lui om het te zetten). Er is hier wel scheepvaart dus ik probeer met slaapjes van 10 minuten iets van rust te krijgen. Over stuurboord nadert een op de motor varend zeilschip. Het komt dichterbij maar het reageert niet op mijn oproep op kanaal 16. Zelfs mijn scheepstoeter erbij gehaald. Midden in de nacht het geluid van een 'eland die er wel zin in heeft' levert ook geen reactie op. Dan maar zelf uitwijken en de motorende catamaran passeert. Ik geeft 'm een overweging op kanaal 16 na maar ook hierop geen reactie. Ondanks het feit dat het hoogstwaarschijnlijk een huurcatamaran van Martinique is ga ik niets meer over zeggen. 'Ik begin d'r nie mer an'. Zodra het licht wordt ga ik weer richting Soufriere en vind een reeds verlaten mooring aan de noordzijde.
Internet is gelukkig veel aanwezig via allerlei onbeveiligde netten. Internetbankieren laat ik dan ook maar even liggen. Het stadje Soufriere bevat vele oud creoolse huizen. Het geeft een mooi beeld van dit deel van het eiland.


Wel wordt er enthousiast op toeristen ingespeeld. Overal worden gevraagd en ongevraagd diensten aangeboden zoals het op mijn dinghy passen die ik zelf aanmeer en met een slot vastleg. Als ik terugkom verwacht zo'n jongen betaald te worden. In dit geval krijgt hij niets en leg ik hem vriendelijk waarom ik niet voor ongevraagde diensten betaal. Hij aanvaardt dit. Op mijn wandeling naar de watervallen loop ik deze natuurlijk mis en zit ik op een weggetje dat steeds smaller wordt en me verder het tropisch regenwoud inneemt. Het is blijkbaar de oude weg naar Vieux Fort. Op vele plekken is de weg zwaar beschadigd door extreme regenval tijdens de recente orkaan Thomas. Op een mooie plek met schitterend uitzicht ontmoet ik David en Priscilla. Zij wonen en leven met name van de natuur rondom het huis.


Ik wordt erg vriendelijk ontvangen. Dit komt mede omdat hier eigenlijk geen toeristen komen. David is ook imker. De eigen honing smaakt naar bloemen en vruchten. Het voedsel van de bijen bepaalt natuurlijk ook de smaak van de honing. Ik krijg een fles honing in mijn handen gedrukt. Al verder pratend komt David met cinnamon (deze Nederlandse culinaire barbaar had het niet door dat dit kaneel is). Ook dit is goed voor je zei hij. Gewoon een stukje in rum laten weken en dat drinken. Het is niet alleen goed tegen een verkoudheid maar ook als oppepper voor je mannelijkheid. Je krijgt het er erg warm van. Nu kan ik geen reden bedenken waarom ik hiervan een zak vol van meekreeg... Ze wilden absoluut geen betaling voor hun giften hebben maar toch heb ik David iets in zijn handen geduwd met daarbij een uitleg. Op de terugweg liep David met me mee en legde vol enthousiasme alle bomen uit (en liet me ook het e.e.a. proeven zoals verse cacaobonen) en andere bijzondere feiten van de omgeving. Je voelt je geen toerist maar een gast.
Op St. Vincent ook al deze bijzondere manier van huizenbouw gezien. Er wordt een enorm bouwwerk van palen opgezet en op de bovenste laag wordt een woning gebouwd zodat het op dezelfde hoogte als de weg ligt. Als er geld is wordt eventueel een benedenverdieping gemaakt. Dit hotel is dus op de vijfde etage geplaatst.

De afgelopen dagen had het stevig gewaaid met tot 30 knopen in de baai. Tja en als je dan toch naar de kant wil zijn er drie opties: a) niet gaan; b) een watertaxi nemen of c) de leukste met alleen je onderbroek aan en alle kleren in een plastic zak met de dinghy naar de kant varen. Er kwam zo veel warm, zoutwater over zodat ik onderweg zelfs moest hozen. Drijfnat sta je op de dinghypontoon je af te drogen en om te kleden. Ja en dan is er even een momentje dat een witte kont zichtbaar is. Komen ze wel overheen...
Het was weer tijd om verder te gaan. Het was de bedoeling om naar Rodney Bay slechts 15 mijl noordelijker te varen. Bij de start op 28 januari stond er redelijke wind maar die nam geleidelijk steeds verder in kracht toe tot 18-26 knopen wind met als top 30 knopen. De zee was vergelijkbaar met een Noordzee-zeetje en bij een noordwesten wind dus hakken geblazen. 
Door de hoge, steile golven wilde ik geen tweede rif zetten omdat ik dan te weinig kracht had om er tegenin te gaan. Het gangboord zat volledig onder water en af en toe zelfs delen van de ramen. Zo schuin heb ik Sya nog nooit gevaren en zo dacht mijn inventaris er ook over. Binnen schoten laden en kastdeurtjes open en de uitstalling op de vloer nam gaande de tocht toe. 
Een mooi moment was het toen een groepje pilotswales (grienden) naast de boot meezwommen. De boot hield zich prima en na 5 uur hakken kwam ik doodmoe in de marina aan. Ik hou er van om op dit soort tochtjes zelf te sturen. Na op de steiger onder de waterkraan te hebben gedoucht kon ik binnen opruimen. Alles is waterdicht gebleken. In de haven weer diverse bekende zeilers aangetroffen zoals bijvoorbeeld Rachelle en Tony van de Saltwhistle III. De marina is groots opgezet en ingericht voor de grote schepen. Voor de duidelijk: het ponton waar Sya aan ligt is niet een langsteiger maar slechts een vingersteiger van 60 voet lang! 
De omgeving van Rodney Bay is niet mooi en erg toeristisch. Vele afgeschermde ressorts zijn hier dan ook. Richting Rodney Bay zelf is een grote sliert van alleen maar restaurantjes en de huidskleur die je daar aantreft is blank (of rood). Dit is niet mijn plek. Bij een garage mijn reefhaak laten lassen en 2 nieuwe RVS pennen voor de riemen van de dinghy laten maken. Het rolreefsysteem van de genua is echt op maar ik kan er nog wel mee zeilen. Het lukt me echter ook niet meer om de genua naar beneden te halen. Nu zit er hier ook een zeilmaker/tuiger. Hij zou wel gedurende de dag eens langskomen maar een tijdindicatie wilde hij niet geven. Ik heb 'm dus niet gezien noch dat ik een berichtje zag. Ik laat het wel op Martinique door een echte tuiger maken.
Rodney Bay vindt ik echt geen aanrader. De hele atmosfeer en de omgeving kan je plaatsen op elk plekje in de wereld. Elk origineel stukje St. Luciaans is weg. Dit werd vandaag ook beaamd door de in eerste instantie norse dame van douane waar ik was om uit te klaren. Omdat er niemand van immigration was zorgde zij ook daarvoor zodat ik weg kon richting Le Marin op Martinique.

O ja, deze bakker maakt het zich erg gemakkelijk en legt alle verantwoording voor de kwaliteit van zijn overigens niet zo smakelijk brood hogerop. Op de verpakking staat: "The quality of our bread is Gods blessing". Ook handig voor klachtenbehandeling.....

zondag 15 januari 2012

St. Vincent (St. Vincent & the Grenadines)

In de baai van Bequia waaide het een beetje maar toch twee riffen in het grootzeil gezet. Dat was niet te weinig want zodra ik uit de luwte van Bequia kwam was het meteen 22 - 26 knopen (= flinke 6 Bft) aan de wind. De golven waren steil en af en toe dook Sya er lekker in. Aangezien ik ook stroom tegen had was het kruisen geblazen. Het was even lekker werken en na 4 uur genieten met een gezicht vol aangekoekt zout het zeil naar beneden en op de motor door het betond geultje in het rif de Blue Lagoon in. Ondanks dat het volgens de informatie moet kunnen knijp je toch je billen tegen elkaar als in die doorgang er even nog maar 20 centimeter water onder de kiel is. In de baai ben ik aan een mooring gaan hangen. Het rif beschermd de baai prima tegen de golven.
De naam Blue Lagoon doet echter iets mooier vermoeden dan het werkelijk is. Het is een Sunsail verhuurbasis. Het rif welk als snorkelgebied staat vermeld is niet fraai en gevaarlijk door de hoge golven die er op breken. Door de waterbeweging is het ook geen helder water. Maar er is een groot voordeel van deze locatie. Er zijn douches voor de huurder van Sunsail-schepen! Dus ik met de dinghy naar de kant en door een Sunsailgezicht op te zetten (middelmatige zeiler die een te grote boot huurt) de douches binnengelopen. Dit zijn voor mij de eerste douches sinds mijn vertrek uit Mindelo 27 november 2011. In de tussentijd me in zee gewassen en/of de douchezak gebruikt of gewoon een lekkere regenbui als douche.
Ik was al met Chrisja een dagje op St. Vincent geweest dus ik kon de weg wel vinden in het centrum van de de hoofdstad Kingstown. Op een zwerftocht hoorde ik in een klein straatje gospel gezang. Dus op onderzoek uit. Trap op, hoekje om en weer een trap op waarna ik aan de open deur van een kerkzaal stond. Meteen werd ik op een prominente plaats neergezet. De voorganger speelde zelf basgitaar. Prachtig om dit te horen en nu ook om te zien. Na enige tijd ging een microfoon rond waardoor aanwezigen hun persoonlijke belevenis van die week konden vertellen zoals net 56 jaar geworden; een gelukkig huwelijk; trots zijn op een zoontje e.d. En toen: "today we have a special guest in our community" en allen keken naar mij terwijl de microfoon in mijn handen werd gedrukt. Ik heb een klein verhaaltje gehouden wat te midden lag van 'ik ben Richard en doe Donald Duck na' tot na elke zin het uitroepen van 'praise the Lord ; Halleluia!'. Na de viering handenschudden met de aanwezigen en koffiedrinken. Toen ik de voorganger vertelde dat ik ze per ongelijk had gevonden was zijn te verwachtte antwoord dat mijn bezoek geen toeval was maar dat ik door de Big Man gestuurd was. Ja, dan houdt dus elke spontaniteit op.
Het straatbeeld van Kingstown is druk en veel straathandel.  Bijzonder zijn de kruiers met hun eigengemaakte karretjes die alles en nog wat vervoeren.
O ja, ik ben deelgenoot geweest van m.i. een nieuw record. Met 21 personen in een lokaal 'dollar'-taxibusje. Nu zijn de meesten personen hier het tegenovergestelde van broodmager dus het busjes zat lekker strak vol. Daarbij nog een keiharde reggae muziek denken en je hebt het sfeerplaatje gecreëerd. Onderstaande foto geeft zo'n vergelijkbaar busje. 
Toch bijna een week in de Blue Lagoon gelegen terwijl ik eerder had gemeld dat het niet zo mooi was. Dit verdient uitleg. Blue Lagoon is ook de locatie van SunSail verhuur met diverse faciliteiten. Zo waren er de douches, maar ook gratis wifi en een bar. Om naar Kingstown te komen was het slechts 20 meter lopen om langs de weg op de bus te wachten. Klinkt allemaal erg relaxed. Daarbij had ik nu ook tijd en zin om mijn banjo weer eens te bespelen. Er lagen slechts weinig boten aan moorings dus ik heb maar weinigen kunnen vervelen met de eindeloze herhalingen van bijvoorbeeld 'Wildwood Flower'. Daarnaast nog interessante Vincentianen ontmoet zoals Gette. Zij heeft naast haar normale baan ook haar liefdadigheidsorganisatie (Aunt G's Charitable Children Organization) die zich richt op kinderen. Ik vond het jammer om te vertrekken juist omdat ik verwacht dat de volgende eilanden allemaal veel toeristische worden.
Blue Lagoon met het koraalrif zichtbaar (brekende golven)

Op vrijdag 20 januari had ik een zeilafspraak met de eerder op Bequia ontmoette Engelse Kerry (eh; fout! Britse is correcter want ze komt uit Cardiff). We zijn samen eerst een stuk in het kanaal tussen St. Vincent en Bequia gevaren om weer even echte golven te voelen en daarna naar de baai Petit Byahaut op slechts een uur varen.
Prachtige omgeving en zeer mooi, kristalhelder snorkelwater. Door mijn huidige duikervaring merkte ik dat ik gemakkelijker naar 8 meter of dieper snorkel om dan boven de bodem te zwemmen en visjes te fotograferen. De kwaliteit van de foto's neemt toe zoals de foto van een trompetvis en een Kerryfish.

Daarna stond de batcave op het programma. Al snorkelend ging ik voorop de grot in. Een grote krab probeerde zo'n halve meter naast me verticaal de rots te beklimmen en donderde recht voor me in het water. Je schrikt en ik kon me lach niet houden (mijn versie is lachen; Kerry's versie: een schreeuw). Verder de grot in snorkelend hingen veel vleermuizen. Doordat de grot vrij smal was en er toch een redelijke deining naar binnen liep werd je verder de grot ingespoeld waardoor we besloten om rechtsomkeer te maken. Op het eind van de middag zijn we de baai van Walliabou binnengevaren. Vier bootjes dreven meteen om ons heen.
Je had de lijnman die de voorlijn aan een mooring vastmaakte en de achterlijn aan een pijler; de eigenaar van de mooring zelf en twee lokale verkopers van fruit. In deze baai Monique en Paul van the Full Circle weer ontmoet. Een hartelijk weerzien.
Aan het begin van de avond kwam ik weer op mijn boot. Een zeer grote huurschip met daarop Duitsers had zich in de buurt van mijn boot neergelegd en ze waren nog druk bezig. Maar boten bewegen. Ze waren aan het rommelen met fenders om de twee boten van elkaar te houden. Ik was pissig met name toen ze tegen mijn buitenboordmotor die aan het hek hing aankwamen (achteraf schade geconstateerd). Heel duidelijk heb ik in het Engels verteld wat ik er van vond. Toen ik even later met mijn dinghy naar s/y Full Circle wilde gaan zaten ze weer tegen me aan. In nog overduidelijke taal gemeld dat goede zeilers geen onbekende haven in het donker aanvaren voor complexe havenmanoeuvres maar buiten blijven wachten tot het daglicht wordt en dat ik nu verwachtte dat meteen weg zouden gaan om schade aan mijn boot te voorkomen. "Jawohl, aber ....." "No, not aber, go away immediately; damned"!! Ik was woest. Ik ben in mijn dinghy blijven wachten totdat ze vertrokken. Dezelfde avond hebben ze in de baai op enkele andere plekken geprobeerd te ankeren en uiteindelijk zijn ze vertrokken. Klungels.
De volgende dag voor een groot deel Paul geholpen om meer uit zijn SSB zender te halen. Pas op het eind van de dag werd het ontvangst van gesproken woord en fax beter (zie ook de website van Full Circle). En natuurlijk probeerde een 40 voets charter catamaran met slechts 1 zeiler en vele nutteloze handjes aan boord aan de mooring naast me gaan liggen en ja nu ook weer kwamen ze continu tegen mijn boot en de buitenboordmotor aan. I.v.m. standaardisatie heb ik ze eenzelfde behandeling als bij de eerdere boot gegeven en wederom verlaatte een tevreden zeilboot de mooring .....


Met hartpijn dit mooie eiland verlaten.

zondag 8 januari 2012

Bequia II (St. Vincent and the Grenadines)

Zoals het in een democratie er aan toe gaat hebben we samen besloten om na twee dagen Tobago Cays weer naar Bequia terug te gaan. De wind is iets afgenomen en is 15-20 knopen uit het ENE dus een mooie aan de windse koers. Dat is overigens wel lang geleden; aan de wind varen. Het is wennen. De boot hangt over een kant en de beweging van het schip is 90 graden gedraaid: van een slingeren in stampen. Ik moet toch zeggen dat ik persoonlijk slingeren fijner vind. Bij Bequia nog zelfs moeten kruisen. Na een mooi tochtje van 7 uur zijn we aan een mooring gaan hangen recht voor het Gingerbread hotel. Het bereiken van een dinghy steiger kan nu roeiend. Dat komt goed uit want de oorzaak van het zeer hoge benzineverbruik van mijn buitenboordmotor is een lekkende brandstofleiding. Ik heb geen druppel meer aan boord.
Op 5 januari zijn we om half negen (dat is vroeg volgens het enige en enigste bemanningslid) met de ferry naar St. Vincent gevaren. Het zijn oude Noorse ferry's en op vele plekken kom je dan nog de Noorse teksten tegen. Na een tochtje van een uurtje in de hoofdstad Kingston aangekomen. Je ervaart meteen weer het leven van een grotere stad: drukte en meer lawaai maar ook kleurrijker qua activiteiten. Op de 'to-do-list' staan een bezoek aan Walliabou en shoppen te Kingstown. Voor de rest zien we het wel.
Met een taxi naar een filmlocatie van Pirates of the Carribean te Walliabou gereden. Met de taxichauffeur veel gesproken. niet alleen over het eiland zelf maar ook de zelfverrijkende vorige president, de verdiensten van de huidige president en deze relatie met Venezuela. Hier is Chaves een goede vriend die goedkoop olie levert. Tijdens de rit zie je de schoonheid van het eiland en met name het ruigere, groene binnenland. Dit wil ik als ik langer op het eiland ben verder verkennen; maar dan met een gids.
In de baai van Walliabou liggen diverse jachten voor anker. De pilot vermeldt dat je de achterlijn maar een een palmboom moet vastmaken en warempel het klopt. De stenen boog aan de noordzijde schijnt aan het begin van Pirats of the Carribean deel 1 gebruikt te zijn. Er zijn enkele rekwisieten en achtergebleven documenten te zien.


De terugtocht naar Kingstown hebben we met een busje afgelegd. Ik kan melden dat met vier personen (en dan niet van die lichtgewichten) op één bank de deur toch nog dicht kan. Je zit zo klem dat vasthouden voor het bochtenwerk van de chauffeur niet nodig is. Eenmaal in Kingstown aangekomen werd het shoppen en de plaats zelf bekijken door rond te lopen. Af en toe rook je een 'Amsterdamse geur'. Op het eind van de middag weer met de ferry terug naar het buureiland en zijn we gaan eten in het Gingerbread restaurant.
vertrek uit Kingstown.
De volgende ochtend 6 januari 2012 stond in het teken van opruimen en de koffer inpakken. Waarschijnlijk omdat ik een man ben verbaast het me hoeveel tijd het vergt om zo'n koffer van gering formaat in te pakken. Op het klein vliegveldje van Bequia inchecken en even wat drinken. De beveiligingsman controleert de inhoud van de koffer maar doet tevens wat barwerk. Een beetje multi-tasking. Een klein vliegtuigje komt aan en Chrisja gaat samen met enkele anderen aan boord. Dit wordt de start van haar terugreis: Bequia - Barbados - Antigua - London - Amsterdam.
De afgelopen twee weken was ik even geen single-hand zeiler meer. Het was de eerste dag even wennen voor me maar het waren twee prachtige weken!
Inmiddels besloten om zelf de volledige 5-daagse Open water Padi duikcursus hier in Bequia te volgen. Daarna ga ik verder.
Tijdens de duikcursus 'PADI Open Water' zijn we op totaal twee locaties geweest: het reeds bekende Devils Table en Moonhole. Natuurlijk gaat het bij deze duiken om vaardigheden te beheersen. Dat zijn bijvoorbeeld: al je apparatuur gereedmaken en checken; duikmasker op de bodem af doen en na een tijdje weer op zetten en leegblazen, simulatie dat je lucht op is (de instructeur draait gewoon de afsluiter van je fles dicht), signaleren en overgaan op de lucht van je buddy; zwemmen op kompas; zweven door goede balans met je trimvest; je hele set afdoen en weer aantrekken; veiligheidsstop en ermergency lift CESA. Maar naast al die verrichtingen is het gewoon mooi. Bij de laatste duik gingen we naar 18 meter diep; in werkelijkheid ben ik tot zo'n 20 meter gegaan. Het is heel verraderlijk want de bodem loopt glooiend af. Door op je drukmeter te kijken zie je pas hoe diep je werkelijk zit. Na het theorie-examen (slecht 1 vraag van de 50 fout) en de succesvolle verrichtingen ben ik nu 'n echte duiker. Ik zal zeker gedurende deze tocht op diverse locaties me bij duikscholen aanmelden door een duik.
Pagina uit het mijn logboek van de laatste duik.

Ik heb veel foto's gemaakt van allerlei soorten vissen. Het probleem is echter dat die vissen niet op hun plaats blijven wachten tot ná de foto. Mede hierdoor is het overgrote deel van de foto's bewogen. En d'r zaten nog wel hele mooie vissen bij zoals een gevlekte moreen; papagaaivis; ballonvis; trompetvis etc etc. Wie weet met meer ervaring en meer gewillige vissen gaat het me lukken.


De activiteiten aan de wal gedurende de cursus waren minimaal. Beetje luieren en in de middag een ijsje of biertje bij het mooie Gingerbread hotel welk recht naast m'n boot was. 
Op Bequia waren enkele bekenden vanuit Barbados aangekomen waaronder de redelijk onervaren Christian met z'n trimaran. Door een knullige constructie van een tweede anker aan de ketting van zijn hoofdanker was het tweede anker onder een grote rots klem komen te zetten. Al snorkelend is het me gelukt om die rots op te tillen (!) en het anker te bevrijden.
Juist op mijn verjaardag heb ik de duikcursus afgesloten. Dat is een mooi cadeau. 's Avonds heb ik met de die middag ontmoette Engelse toeriste Kerry Mexicaans gegeten. Nadien nog bij Fragipani naar de donderdagse steelband geluisterd.
De volgende ochtend m'n vaste ritueel op een vertrekkersdag: zodra ik wakker ben wil ik weg. Het doel is Blue Lagoon aan de zuidkust van St. Vincent. Ik verwacht een winderige aan de windse tocht.

woensdag 4 januari 2012

Tobago Cays (St. Vincent and the Grenadines)

Samen wilde we naar de zo'n beetje mooiste ankerplaats van de Carribean: de Tobago Cays. Het is slechts een tochtje van 5 uur zeilen dus aan het begin van de middag gingen we het rif in en ankerden we bij het eilandje Petit Rameau. Ik wilde niet direct  achter het Horseshoe Reef zelf ankeren aangezien de wind een dikke 6 Bft was en er buien en squalls overkwamen. De grote boten die er wel lagen, lagen ondanks het rif behoorlijk te rollen. De hele dag was het regenachtig en ik denk dat we totaal zo'n 10 buien hebben gehad.
Om de boot was het al goed snorkelen. Nu is deze ankerplek redelijk vol. We lagen dicht tegen het eilandje aan en de lokale watertaxi's lagen er nog tussen; absoluut dus geen logische vaarroute. Er is gewoon geen ruimte voor. Bij snorkelen vind ik het altijd fijn om ook stukken net boven de bodem te blijven en pas verderop bovenwater te komen. Nu ook. Ik kom bovenwater en ik hoor velen mensen schreeuwen en naar me wijzen. Ik draai me om en op dat moment wordt ik geraakt door de zijkant van een Duits jacht dat een idiote koers voer tussen Sya en het eilandje. Ik zie half onder water de draaiende schroef en als reflex weet ik me tegen de zijkant af te zetten en bij de schroef weg te komen. Aan de mensen op de ankerplek het duikers OK-teken gegeven. Kijk, er is iets blijven hangen van de recente duikcursus.
De omgeving van Tobago Cays is werkelijk schitterend. Palmbomen maar vooral de vele kleuren water: van bruin tot heel licht blauw. Ook 's nachts heeft het water, verlicht door de maan, een melkachtige kleur.
De wind blijft 6 Bft en er staan redelijk wat golfjes. Ik ben te lui om de bijboot uit te pakken en op te blazen dus gaan we met een watertaxi naar de graasgronden van waterschildpadden. En ja, Ze zijn er. De grootste was toch zo'n 50 cm lang en je kon ze dicht benaderen.
Toen we terug op de boot waren nog een pijlstaartrog onder de boot zien zwemmen. Helaas er geen foto van kunnen maken.
Achter het Horseshoe Reef lagen zeer veel catamarans. Het is bijna een plaag. Het grootste deel zijn allemaal huurboten van Martinique. De vaarkwaliteiten van de personen aan boord is soms bedenkelijk. Te grote boten voor te kleine jongetjes. De verzekering van de verhuurder zal alle schade wel dekken maar als ze jouw boot aanvaren ben jij toch degene met de echte problemen. Ik hou ze daarom goed in de gaten. (Overigens worden er in Nederland ook schepen van 40 voet aan mensen met Vinkeveen-ervaring verhuurd).
De Tobago Cays zijn mijn verste punt. Nu start de terugreis ;-(. Het is hemelsbreed 'slechts' 3950 NM naar de thuishaven. De verwachte te varen afstand zal zo'n 5000 NM bedragen. Het eerste stukje wordt weer terug naar Bequia.