dinsdag 6 maart 2012

Guadeloupe

Nog gedacht om op de eilanden van de Saintes te blijven maar ik merkte dat alle andere veilige ankerplekken ook gereguleerd zijn. Daarom besloten om direct te vertrekken en me te verwennen met minimaal een douche in jachthaven Bas du Fort in Pointe a Pitre. Wederom een lekker tochtje van een uurtje of 6 met volop zon. Mijn huid moet toch weer even wennen aan al die zon; een rode gloed was het resultaat (echter geen zonnebrand gebruikt). Na de douche mijn baard van een week er ook maar afgehaald en 's avonds lekker gegeten bij de chinees/vietnamees/japanner. De havenplaats Pointe a Pitre is dé haven van Guadeloupe. De stad zelf is wederom een strijd tussen mooie, oude, traditionele huizen en de plompe, betonnen,  Frans continentale bouw. 
In het centrum hoofdzakelijk boetiekjes. Op de zondag was de stad volledig uitgestorven; alles verborgen achter dichte rolluiken. Afgaand op muziek trof ik echter op een plein een groep mensen aan die in prachtige klederdracht aan het volksdansen waren. Ze deden het niet voor toeristen; ze hadden er zelf veel schik in.


Tijd om verder te gaan. Mijn positie in de jachthaven is wel zo'n beetje de vervelendste die ik als single-handed zeiler met een langkieler kan wensen. Lagerwal met de achterlijn vastgeknoopt (!) aan een mooring en een manoeuvreerruimte tussen vissersschepen en de mooring van minder dan mijn bootlengte. Normaal ga ik nooit op zulke plekken liggen. De afgelopen dagen vele creatieve oplossingen verzonnen en zie daar: op de dag zelf staat er in de haven geen wind. Ja, dan wordt het erg gemakkelijk. Buiten de haven staat er windkracht 4 en met halve wind ga ik richting het zuiden. Langzamerhand neemt de windkracht toe tot 5-6 Bft en zet ik een eerste rif. Bij de zuidpunt van Guadaloupe neemt de wind nog verder toe en uiteindelijk dender ik met 26 knopen wind op de kont langs de vuurtoren van Pointe du View Fort. Ik heb geen trek om in dit woelig water m'n tweede rif te zetten; ik doe het wel na het passeren van het puntje. Een foto nemen lukt nog wel.
Dat tweede rif blijkt niet overbodig te zijn. Aan de lijzijde van Guadeloupe is door hoog vulkanisch gebergte de wind erg wisselvallig: Van 0 naar 30 knopen in seconden en de wind komt ook nog overal vandaan. 
Uiteindelijk voor anker gegaan in de baai van Malendure tegenover Pigeon Island. Dit is me een windgat! De wind giert er met 25-35 knopen. Gelukkig is de ankergrond zand met wat gras maar voor de zekerheid heb ik 6 maal de waterdiepte aan ketting gestoken. Even nog een andere indicatie hoe hard het waait. Ik had mijn dinghy opgeblazen en de buitenboordmotor er al aangehangen zodat ik in de ochtend gemakkelijk naar de kant kan gaan. Die avond loopt ik nog even een rondje over het dek en zie mijn dinghy op z'n kop achter Sya drijven. De dinghy is door de wind gaan vliegen! Met veel moeite de dinghy weer kunnen omdraaien en toen alles weer aan boord genomen. De buitenboordmotor heeft uren in het zeewater gelegen en schrijf ik maar volledig af. In elke haven had ik al naar een vervanging voor dit zeer slechtlopend, oud beestje gekeken maar nu is het zeker. Er komt een andere.

De enige reden om naar deze plek te gaan zijn de vele duikmogelijkheid in het Cousteau Underwater park. Door de gras op de bodem zijn er vele grazende schildpadden rondom mijn boot.
Maar eerst de buitenboordmotor. Met de bus naar Pointe de Pitre gereden en daar in de jachthaven van een paar dagen geleden naar 'Fred Marine' gestapt. Ik koop een nieuwe 2,5pk buitenboordmotor (ik had al ervaren dat een tweedehands nagenoeg niet verkrijgbaar is) en een monteur brengt mij en mijn BB-motor terug naar Playa du Malendure. Binnen 1 dag geregeld. Overigens krijg ik dezelfde dag het bericht dat Gette toch naar Antigua kan komen!
Maar eigenlijk was ik hier om te duiken. Het valt me weer op dat de meeste bewoners geen enkel woord Engels spreken. Bij de eerste duikshop lukte het me niet om met mijn gebrekkig Frans mijn behoefte voldoende duidelijk te maken. Bereidwilligheid om me te begrijpen was er ook zeker niet bij dame achter de balie en ze verwees me gewoon door naar de duikshop naast hun. De zaken moeten hier wel erg goed gaan! Mijn eerste duik van 10:00 uur gaat naar Pigeon Island. Mooi koraalrif. Zeer relaxed duiken. Door alle verdiensten van Jacques Cousteau voor de onderwatersport en in het bijzonder voor dit gebied hebben ze een standbeeld van hem afgezonken.

Mijn tweede duik in de middag ging naar het wrak Franjack op 23 meter diepte. Dit is even wennen. Ten eerste ga je niet zoals bij koraalrotsen geleidelijk steeds dieper maar je laat je nu gewoon verticaal zakken. En dan het wrak zelf ingaan. Een angst(je) is dan je met je fles ergens achter blijft haken. Maar aangezien je buddy op een paar meter afstand zwemt kan er weinig ernstigs gebeuren. Door de opwinding was mijn luchtverbruik deze laatste duik aanzienlijk hoger zodat ik zelf aan moest geven dat ik nog maar 50bar aan lucht over had. Er is dan nog voldoende om op een gecontroleerde manier op te stijgen en zelfs de veiligheidsstop van 3 minuten op 5 meter te maken. Wrakduiken is opwindender dan duiken bij een koraalrif.



Vanaf Malendure met een zeer klein tochtje aangekomen te Deshaies. Dit gehuchtje zelf is niet zo veel bijzonders. Het biedt in ieder geval de mogelijkheid voor om de laatste franse inkopen bij de Spar te doen en uit te klaren. Het is dan ook druk met boten in de baai. Van hieruit is het naar Antigua een tocht van een dikke 40 NM.