zondag 6 november 2011

naar Sal (Kaapverdische eilanden)

Dag 1 (donderdag 27 oktober 2011)
De avond voor mijn vertrek vertrokken vanaf La Gomera mijn Noorse, creatieve buren. In het donker om tien uur 's avond gingen ze al luid muziekmakend met hun 45 jaar oude stalen bootje richting Senegal. Vele schepen toeterden hun uit.
Mijn vertrek was rustiger. Om half negen 's ochtends eerst naar het bunkerstation om af te tanken en dan weg voor de 7-daagse tocht naar Palmeira, eiland Sal, Kaapverdische eilanden. De koers is 208 graden en de afstand is 752NM. De wind was zwak uit het noordwesten. Tussen La Gomera en Tenerife weer een groep grienden (Pilot whales) gezien. Op het eind van de ochtend kwam de goede wind: noordoost. Wel was er nog een stevige deining van zo'n 2-3 meter uit het noordwesten die naar verwachting de komende dagen nog zou blijven staan. Waarschijnlijk is deze deining van een orkaan vele honderden mijlen verderop afkomstig. Inmiddels heb ik mijn klokken verzet naar UTC waardoor het dan ook al om 7 uur 's avonds donker is. Daarom het avondeten (rijst met ballen en doperwten) vervroegd naar 6 uur. Na alles voor de nacht te hebben klaargemaakt (1e rif in het grootzeil, radar en AIS aan en alles opgeruimd (ja hoor, nautische 5S)) ga ik slapen met de kookwekker op anderhalf uur.


Dag 2
Ik heb niet zo goed geslapen. Ik moet er weer inkomen maar ook elk uur is er nog steeds de melding over El Hierro via de marifoon. De boot schommelt goed. De gehele dag is de wind wisselvallig tussen 3 en 5/6 Bft. Windkracht 3 is net te weinig om bij de dwarsinkomende deining de zeilen goed vol te houden. Dus spinnakerboom in de genua en er weer uithalen; 2e fok gehesen en weer gestreken om de ideale vorm van zeilvoering te vinden. Uiteindelijk was de beste keus: alleen het grootzeil. Gelukkig nam de wind in de avond toe zodat ik toch een puntje genua erbij kon zetten.
Met het Nederlands zeiljacht Schorpioen een radionetje opgezet. Elke dag om 13:00 op 8101 kHz babbelen we even bij.
's Nachts is het pikkedonker; slechts een dun streepje maan is zichtbaar. Dat maakt het varen altijd bijzonder. Je ziet niets maar je hoort de golven en je voelt de bewegingen van de boot. Het loopt lekker! Gelukkig ben ik deze nacht buiten het bereik van de marifoonberichten van de Canarische eilanden.


Dag 3
Goed geslapen maar wel af en toe (te vaak) wakker gemaakt door mijn radaralarm. Het zijn reflecties van brekende golven die het oppikt. Om 5 uur was ik klaarwakker. Ik ben uitgeslapen. Aan stuurboord om een afstand van zo'n mijl of vier zie ik een rood bakboordlicht. Ineens komt er snel een klein, wit knipperend lampje langsdrijven. Je breekt je hoofd erover wat dat zou kunnen zijn. De meest logische verklaring is dat het een boeitje was aan het einde was van een lijn van een visser. Dit is namelijk een gebied waar ook veel tonijn zit. Een uur later zie ik dan ook daadwerkelijk een klein vissersschip.
De wind is matig kracht 4/5 en het is grijs. Dat is geen weer voor dit gebied. Deze ochtend nog via de marifoon met zeiljacht Marry Ann II contact gehad. Het bakboordlicht wat ik had gezien was van hun. Even gebabbeld over het weer, het doel (ook zij gaan naar Sal) en de zee. Het zijn nog steeds hotse-klotse golven. Gelukkig breekt aan het begin van de middag de zon door. Ik vaar nu met een uitgeboomde genua. Na het radionetje met Schorpioen even voor 2 maal een half uur plat. Een beetje voorslapen. Dan: dolfijnen! Voor de boot zwemt een groepje van 10 stuks. Eentje doet af en toe ook dolfinariumtrucjes zoals het verticaal al spinnend omhoog springen. En dat zo'n 3 meter voor de boeg. Als ik een hoepel had zouden ze er nog doorheen hebben gesprongen.
Na het avondeten alles klaargemaakt. Ik laat voor het eerst de boom staan maar ik heb de genua wel wat ingedraaid. Ik loop ruim 5,5 knoop.
Na een uur in mijn bed wordt ik wakker van te veel geklots en harder gieren van de wind. Het waait serieus: 26 knopen. Ik kijk het eerst even aan of het slechts tijdelijk is of permanent. Het laatste. Dus aankleden en bij de mast het tweede rif in het grootzeil zetten. De genua ook wat verder ingerold. De snelheid ligt nog tussen de 5,5 - 6,5 knopen. Het werd weer een nacht met een hotse-klotse zee. Mijn radaralarm ging zo elk kwartier af doordat het brekende golven zag. Na veel spelen met de variabelen van de radar heb ik het zo kunnen instellen dat ik kan slapen maar dat het toch schepen opmerkt. De belangrijkste wijziging is dat het het wachtgebied geen hele cirkel (eigenlijk een donut) meer is maar een met een punt eruit. Juist in dat gebied waar de wind vandaan komt want daar zijn de reflecties het grootst. Om toch squalls te kunnen opvangen heb ik een tweede wachtgebied ingesteld die het deel van de ontbrekende taartpunt afvangt; maar dan pas op zo'n 3 mijl afstand. Het werkt! Nog 2 vrachtschepen in de nacht gehad.


Dag 4
Zoals verwacht nam de wind iets af. Alle riffen eruit en m'n koers iets verlegd zodat ik alles over stuurboord vaar. Zon erbij en de zee wordt ook aardiger. Als lunch wilde ik gebakken eieren hebben maar de geur en vloeibaarheid van de eieren vond ik verdacht. Weg ermee! Vanuit binnen gooi ik de eieren overboord maar zoals wel te verwachten was spat er eentje tegen de biminibeugel uiteen en een eispray daalt neer. Dan maar soep met brood.
Rond het middaguur moet ik nog 400 NM varen. Ik ben bijna op de helft. Als alles meezit zal ik woensdagochtend of -middag 2 november aankomen. Overigens bij zo'n tocht heb je absoluut geen gevoel voor de datum of de dag van de week. Heel elementair maar je ritme wordt door licht en donker bepaald. De sleepgenerator met de recent geïnstalleerde regeling werkt perfect. Overdag en 's nachts heb ik voldoende stroom en de accu's zitten propvol. Ik hoef niet zuinig met elektra om te gaan.
in de avond is het schip Salva Lake op de AIS zichtbaar. Deze kleine vrachtvaarder van 243 voet heeft slechts een snelheid van 6 knopen. Op AIS: destination: 'by order' en een verwachte ETA van 1 november welk nooit kan kloppen. Vreemd allemaal. Deze middag had ik al van de Schorpioen over dit vreemde schip gehoord. Zij waren het al eerder tegengekomen, Grappend met elkaar gesproken over de piraten van Mauretanië. Niet geheel vreemd want voor dit land (met negatief reisadvies) wordt zeilers die naar Senegal willen varen geadviseerd om er ruim (minimaal 80 NM afstand) omheen te varen. 
Het belooft een rustige nacht te worden met NW 4/5; relatief weinig golven en toch een mooie snelheid van 5,5-6,5 knopen over de grond. In alle eerlijkheid moet ik melden dat een stukje hiervan (0,5 - 1 knoop) ik gratis van de Canary Current meekrijg.


Dag 5
Het klopte. Het was een rustige nacht met geen alarmen. Doordat ik al om 8 uur 's avonds voor m'n slaapjes naar bed ga ben ik om 5 uur klaarwakker. Lezen lukt op deze tocht prima. Waarschijnlijk doordat ik er aan wen maar wellicht ook door andere golf- en bootbewegingen. Het is NE5. M'n koers iets verlegd en de genua uitgeboomd. 
Ik zit slechts 5 mijl naast de geplande, ideale lijn. Tijdens het zonnige weer nog even met de Mary Anne II gesproken. Ze zitten nu 15 mijl achter me. Nu al meer dan 500 NM gevaren. Als avondmaaltijd een blik Chilli Con Carne genomen. Om afwas te besparen maar rechtstreeks uit de pan gegeten. Van een andere single-hand zeiler gehoord dat je Chilli con Carne niets eens hoeft op te warmen. Gewoon rechtstreeks uit het blik eten. De afwas bestaan dan uit slecht één lepel.
Gedurende de nacht blijft de wind variëren tussen 13 en 23 knopen. 


Dag 6
Afgelopen nacht de kreeftskeerkring gepasseerd. Ik ben nu in de tropen. De temperatuur neemt ook steeds meer toe. Om half acht 's ochtend is het al 26 graden. Maar dan de watertemperatuur: 25 graden. Da's pislauw!
Om de genua beter te laten staan wil ik de boom iets verkleinen. Toen ik voorop stond, kreeg ik het gevoel: 'het waait wel hard'. Na de gedane zaken weer terug in de kuip en daar zag ik dat er 28 knopen wind stond. Dat is net 7 Beaufort! Waar komt dat vandaan? De afgelopen dagen was er nooit een echt constante wind. Altijd was er een band waarbinnen het fluctueerde. Als er bijvoorbeeld een wolk (niet eens een squall of een ander vervaarlijk uitziend exemplaar) boven je hing had je direct meer wind en veranderde de windrichting ook. Maar in dit geval hing er niet eens een wolk boven me. Gedurende de dag neemt de wind af tot 18 knopen. Da's lekker. Af en toe wel hoge golven. Slechts eentje had het lef om een breker voor een klein deel in mijn kuip te lozen. Met de marifoon nu contact met het Noorse jacht Frida. Zij zitten zo'n 7 mijl voor me en gaan ook naar Sal. De Schorpioen verwacht deze nacht Mindelo aan te lopen. Na een paar dagen gooien zij weer los voor richting Parimaribo. Ze zijn er vroeg bij.
Onderstaand een videoimpressie van het varen met passaatwinden. Je ziet goed dat het bootje niet stilligt maar schommelt.


Dag 7
De afgelopen nacht bezoek gehad van 7 vliegende vissen (nee ma, ik heb niet gedronken). Je hoort ze op het dek vallen en na een paar spartelingen is het over. 's Ochtends zijn ze door de warmte al hard geworden. Het is een mooi gezicht om ze door het water te zien vliegen. Soms per schooltje en soms alleen. Ze kunnen gemakkelijk een afstand van een honderd meter afleggen. 
De wind draait steeds verder naar het noorden waardoor ik steeds verder van de route af moet wijken. Dus in de nacht gegijpt. Deklicht aan en hoofdlamp op. Ik wist al dat de smeerreep van mijn eerste rif vernieuwd moest worden maar nu zag ik dat de buitenmantel volledig doorgeschavield was. Daarom maar een 2e rif gezet en de genua verder uitgerold. Dat is weer een klusje voor op de klussenlijst. Het lijstje is behoorlijk aan het groeien. Tijdens een slingering had ik het haakje van de schuifdeur bij het toilet met schroef en al uit het hout getrokken. En bij het terugkomen van het dek naar de kuip greep ik mis. In plaats de beugel van de buiskap in mijn hand te hebben ging ik nu met hand en al door de buiskap heen. Waarschijnlijk een beetje oud. Ook zie je roest toenemen. Ook al is het RVS316. Dit soort mankementen en klussen zijn inherent aan zeilen op groot water. Na elke grote tocht zie je al die zeilers klussen. Naast zorgen voor voldoende reservematerialen aan boord moet je als zeiler wel inventief genoeg zijn om mankementen direct met een noodreparatie te kunnen herstellen of in ieder geval voldoende om een haven te bereiken. Er is geen wegenwacht op het water en jouw boot is niet alleen jouw transportmiddel maar ook jouw veiligheid. In de havens helpen de zeilers met elkaar met spierkracht, hersenkracht, reservematerialen of gereedschap. Het lijkt een soort van commune.
Al 35 mijl voor de haven begin ik al met opruimen en losse spullen van dek te halen. Ook me wederom gewassen en geschoren. Bijzonder om te ervaren dat je nu al 6 uur van te voren werkt aan de aankomst. Ondanks dat ik nu 6-7 knopen loop bij 20 knopen wind lukt het me niet om vroeg in de middag aan te komen. Bij de haven van Palmeira op het eiland Sal heb ik na een keer krabben een ankerplek gevonden en hijs in de gele quarantaine vlag. Officieel moet je eerst alle formaliteiten afhandelen voordat je andere zaken doet. In de avond werd ik opgepikt door een rubberboot van het Engels jacht Spruce en borrelden we met 5 boten bij hem in de kuip. Welkom op Sal!


Het was een heerlijke tocht waarbij ik kon ervaren hoe het is om te zeilen met passaatwinden. Tijdens de twee 4-daagse tochten (golf van Biskaje en oversteek naar Madeira) had ik soms enige twijfel maar nu is het 100% zeker. Ik ga eind november naar Barbados oversteken! Chrisja heeft al tickets gekocht zodat we samen Kerst en oud&nieuw onder een palmboom kunnen vieren. Pa moet alleen even de vakantieaccommodatie overzeilen.