vrijdag 23 maart 2012

Antigua en Barbuda

's Ochtendsvroeg net nadat het licht is geworden uit Deshaies weggevaren. Het eerste stukje langs de lijzijde van Guadeloupe is zoals altijd bij dit soort eilanden: erg rommelig qua wind. Maar voorbij de noordzijde is het heerlijk. Windkracht 4 uit het oosten, zon en een erg rustige oceaan. Na 45 mijl English Harbour op Antigua ingevaren. Bij de havenmond is een drukke ankerplek maar ik heb gekozen om helemaal achterin te gaan liggen in Tank Bay. Het ziet er rustig en erg beschut uit.
In English Habour is Nelson Dockyard prominent gesitueerd. Oude, zeer goed gerestaureerde gebouwen geven de rijke historie weer. 

De schepen rondom dit schiereilandje maken het af met de weergave van de moderne, rijke tijd. Dit is dan ook de plek voor megajachten waarbij vaste bemanningen er voor zorgen dat áls de eigenaar aan boord komt alles perfect is én glimt. Ik zie bemanningsleden dan ook de gehele dag alleen maar poetsen. Aan een aparte steiger ligt het enorme superjacht 'Leander' met een eigen helikopterdek. 
Je denkt meteen aan een miljardair maar niets is minder waar. Het ik gewoon een huurbak. Dus waan jezelf een dag rijk en huur dit schip. Op hun website staan helaas geen prijzen vermeld maar ik verwacht dat je na één dag huren je de daklozenkrant mag gaan verkopen. 
Mijn rustige ankerplek blijkt overigens iets minder rustig te zijn. Elke avond zo rond negenen start in een kroeg de reggeamuziek. Het weet me te vermaken tot drie uur 's nachts. Nelson Dockyard is ook een toeristische trekpleister. Busladingen vol met cruiseschippassagiers worden op het klein stukje land uitgebraakt.
Inmiddels is Gette vanuit St. Vincent overgekomen. De komende twee weken wordt Sya niet meer single-handed gevaren. Het doel voor de eerste gezamenlijke  tocht is Indian Creek dat slecht 4 mijl oostwaarts ligt. Het aanvaren is spannend. Pas als je heel dicht bij de rotsen bent zie je de ingang. Voor dit soort plekken ben ik erg gelukkig met mijn elektronische plotter. Samen met 'eyeball navigation' wordt het gemakkelijker om een weg tussen de rotsen en ondiepten te vinden. In de Indian Creek is geen enkele andere boot; een heel mooie privéplek. Helaas is het water wat troebelig zodat snorkelen niet schitterend is. 
Besloten om in de middag ankerop te gaan en het weer in Falmouth Harbour te laten vallen. Falmouth Harbour grenst aan English Harbour en herbergt nog veel meer superjachten. 's Nachts krijg je door alle verlichte masten met hun rood rondomschijnende lichten in de top het gevoel dat je naar Shell Pernis aan het kijken bent in plaats van naar een jachthaven.
Het is nog steeds rustig weer. De vooruitzichten geven geen verandering. De tocht langs de zuid- en westkust was rustig. Aan de westkust liggen veel ondiepten. Door de witte zandgrond, zon en helder water vaar je door prachtig blauw - groen water. Alleen opletten voor die paar vervelende ondiepten. Jolly Harbour is weer een echte marina. De projectontwikkelaars zijn lekker bezig geweest. In de haven is het een hartelijk wederzien met Aurelien. Ik heb hem en Laure voor het eerst op La Gomera ontmoet. Beiden zijn nu in de Carieb aan het werk om hun budget aan te vullen; Laure vanaf Guadeloupe en Aurelien in de yachtbusiness op St. Maarten. Vanuit Jolly Harbour bus 20 naar de hoofdstad St. John gepakt. Hier liggen drie grote cruiseschepen. In een straal van slechts 2 kilometer rondom het dock is alles toeristisch en alles draait om geld uitgeven en geld verdienen. Buiten dit gebied zie je het normale leven van Antigua. 
Op de plaatselijke vismarkt kom ik een vreemder beeld tegen. De mooie vissen die ik ken van de koraalriffen zoals de papagaaivis liggen hier een beetje dood te wezen.
Slechts een uurtje naar het noorden varen ligt Deep Bay. Dit is mooie, rustige baai. helaas is het water niet zo helder. Door zeer fijn wit zand is het water wat troebelig. Het aanbevolen snorkelgebied is dan ook niet bijzonder. Een wederzien met de s/y Full Circle gehad. Op vrijdag 23 maart dan ook een wat langere tocht gemaakt. Op naar het eiland Barbuda. De waterdiepte tussen deze eilanden is slechts 5 - 60 meter. Het verbaasde ons dan ook enorm toen we op 50 meter afstand een walvis zagen. Welk soort is me niet bekend; in ieder geval geen potvis; de lengte was zo'n 10 meter.
Na 5 uur varen kom je in het gebied van koraalriffen. Met mijn digitale kaart en 'het water lezen' tussen de riffen doorgevaren en het anker laten vallen. Wow! Schandalig mooi blauw water met een kilometers lang hagelwit zandstrand. Hemels! Rondom de boot zie je vaak een schildpad even ademhalen om vervolgens weer naar z'n maaltijd onder water te gaan. 
Ook Gette is aan het genieten.
Het was ons doel om de hoofdstad Codrington van het Barbuda te bezoeken. Er is geen openbaar vervoer en lopen komt uit op zo'n 2 uur lopen in de brandende zon. Dan maar de luxe van een taxi. Het eiland telt slechts 1200 bewoners. De stad straalde dit ook uit. Het is gewoon een groep huizen en zeker geen stad. Gelukkig zaten we nog in de taxi en met de chauffeur een trip naar het noorden afgesproken waarna hij ons weer terugbrengt. Prijzig maar een andere mogelijkheid is er niet. De snelweg van Barbuda is nog steeds een zandpad. Het eiland is dor en droog. Cactussen staan overal en ezels lopen er vrij rond.
Van onze chauffeur begrepen dat het eiland voor de eigen bevolking is. Je kan slechts een stuk land kopen als je een historische binding hebt. In alle andere gevallen is lease het maximaal haalbare. Na een mooie tijd op Barbuda op zondag naar de ankerplaats bij Jolly Harbour gevaren.  Lekker tochtje gehad met E4/5 en een koers van 200 graden.

We hadden nog één toeristische activiteit op Antigua te doen: zwemmen met roggen. Al vroeg in de ochtend zijn we onderweg met dinghy, bus en taxi. Bij 'Stingray City' in het noordwesten van Antigua is het druk; ik schat minimaal 100 personen. De stevige toegangsprijs schrikt dus niet zo veel mensen af. Na inschepen in diverse boten gaan we naar de locatie. 
De roggen met een doorsnede van 0,5 - 1 meter zwemmen tussen de menigte door. Je voelt iets glibberige langs je benen glijden. 
Toeristische hoogtepunten waren het voeren van kleine octopussen en op de foto met een rog op je armen. Natuurlijk hebben we net zo hard meegedaan met toerist spelen. Roggen eten door het eten via de mond aan de onderkant van hun lijf op te zuigen. Soms vergissen ze zich. Er was dan ook een toerist met een enorm mooie zuigplek op zijn zijde. Zijn vrouw was niet de schuldige.
Omdat mijn onderwatercamera weer 'kaartfout' op het scherm gaf heb ik geen foto's vanuit het water kunnen maken. Dan maar de foto voor 15 US$ (!) gekocht waarop we beiden de rog vasthouden.
30 maart: Gette gaat weer naar huis. Het waren voor ons beiden twee grandioos schittende weken. Onvergetelijk. Gisteren hebben we uitvoerig gesproken over het 'hoe nu verder'. Mijn diepe pijn in onze beide harten moet ik melden dat we uiteindelijk besloten hebben om de relatie niet verder voort te zetten. De belangrijkste redenen hiervoor liggen niet in het huidige maar in de toekomst. Twee gebroken harten in de Carieb.
De vlag van St. Vincent & the Grenadines die afgelopen twee weken in mijn bakboordwant wapperde (zoals het hoort iets lager dan de Antigua gastenvlag in het stuurboordwant) is gestreken. Richard gaat als solozeiler zijn geplande tocht afmaken. Het is erg stil aan boord...


Het plan was om op 31 maart naar Montserrat te varen. Er is echter een flinke noordelijke swell van 2,6 meter gaan lopen dat ankeren aldaar niet mogelijk maakt. De vooruitzichten zijn dat de swell snel weer in de noordoosthoek gaat staan. Dan maar nog een dagje Antigua en zondag weg.

dinsdag 6 maart 2012

Guadeloupe

Nog gedacht om op de eilanden van de Saintes te blijven maar ik merkte dat alle andere veilige ankerplekken ook gereguleerd zijn. Daarom besloten om direct te vertrekken en me te verwennen met minimaal een douche in jachthaven Bas du Fort in Pointe a Pitre. Wederom een lekker tochtje van een uurtje of 6 met volop zon. Mijn huid moet toch weer even wennen aan al die zon; een rode gloed was het resultaat (echter geen zonnebrand gebruikt). Na de douche mijn baard van een week er ook maar afgehaald en 's avonds lekker gegeten bij de chinees/vietnamees/japanner. De havenplaats Pointe a Pitre is dé haven van Guadeloupe. De stad zelf is wederom een strijd tussen mooie, oude, traditionele huizen en de plompe, betonnen,  Frans continentale bouw. 
In het centrum hoofdzakelijk boetiekjes. Op de zondag was de stad volledig uitgestorven; alles verborgen achter dichte rolluiken. Afgaand op muziek trof ik echter op een plein een groep mensen aan die in prachtige klederdracht aan het volksdansen waren. Ze deden het niet voor toeristen; ze hadden er zelf veel schik in.


Tijd om verder te gaan. Mijn positie in de jachthaven is wel zo'n beetje de vervelendste die ik als single-handed zeiler met een langkieler kan wensen. Lagerwal met de achterlijn vastgeknoopt (!) aan een mooring en een manoeuvreerruimte tussen vissersschepen en de mooring van minder dan mijn bootlengte. Normaal ga ik nooit op zulke plekken liggen. De afgelopen dagen vele creatieve oplossingen verzonnen en zie daar: op de dag zelf staat er in de haven geen wind. Ja, dan wordt het erg gemakkelijk. Buiten de haven staat er windkracht 4 en met halve wind ga ik richting het zuiden. Langzamerhand neemt de windkracht toe tot 5-6 Bft en zet ik een eerste rif. Bij de zuidpunt van Guadaloupe neemt de wind nog verder toe en uiteindelijk dender ik met 26 knopen wind op de kont langs de vuurtoren van Pointe du View Fort. Ik heb geen trek om in dit woelig water m'n tweede rif te zetten; ik doe het wel na het passeren van het puntje. Een foto nemen lukt nog wel.
Dat tweede rif blijkt niet overbodig te zijn. Aan de lijzijde van Guadeloupe is door hoog vulkanisch gebergte de wind erg wisselvallig: Van 0 naar 30 knopen in seconden en de wind komt ook nog overal vandaan. 
Uiteindelijk voor anker gegaan in de baai van Malendure tegenover Pigeon Island. Dit is me een windgat! De wind giert er met 25-35 knopen. Gelukkig is de ankergrond zand met wat gras maar voor de zekerheid heb ik 6 maal de waterdiepte aan ketting gestoken. Even nog een andere indicatie hoe hard het waait. Ik had mijn dinghy opgeblazen en de buitenboordmotor er al aangehangen zodat ik in de ochtend gemakkelijk naar de kant kan gaan. Die avond loopt ik nog even een rondje over het dek en zie mijn dinghy op z'n kop achter Sya drijven. De dinghy is door de wind gaan vliegen! Met veel moeite de dinghy weer kunnen omdraaien en toen alles weer aan boord genomen. De buitenboordmotor heeft uren in het zeewater gelegen en schrijf ik maar volledig af. In elke haven had ik al naar een vervanging voor dit zeer slechtlopend, oud beestje gekeken maar nu is het zeker. Er komt een andere.

De enige reden om naar deze plek te gaan zijn de vele duikmogelijkheid in het Cousteau Underwater park. Door de gras op de bodem zijn er vele grazende schildpadden rondom mijn boot.
Maar eerst de buitenboordmotor. Met de bus naar Pointe de Pitre gereden en daar in de jachthaven van een paar dagen geleden naar 'Fred Marine' gestapt. Ik koop een nieuwe 2,5pk buitenboordmotor (ik had al ervaren dat een tweedehands nagenoeg niet verkrijgbaar is) en een monteur brengt mij en mijn BB-motor terug naar Playa du Malendure. Binnen 1 dag geregeld. Overigens krijg ik dezelfde dag het bericht dat Gette toch naar Antigua kan komen!
Maar eigenlijk was ik hier om te duiken. Het valt me weer op dat de meeste bewoners geen enkel woord Engels spreken. Bij de eerste duikshop lukte het me niet om met mijn gebrekkig Frans mijn behoefte voldoende duidelijk te maken. Bereidwilligheid om me te begrijpen was er ook zeker niet bij dame achter de balie en ze verwees me gewoon door naar de duikshop naast hun. De zaken moeten hier wel erg goed gaan! Mijn eerste duik van 10:00 uur gaat naar Pigeon Island. Mooi koraalrif. Zeer relaxed duiken. Door alle verdiensten van Jacques Cousteau voor de onderwatersport en in het bijzonder voor dit gebied hebben ze een standbeeld van hem afgezonken.

Mijn tweede duik in de middag ging naar het wrak Franjack op 23 meter diepte. Dit is even wennen. Ten eerste ga je niet zoals bij koraalrotsen geleidelijk steeds dieper maar je laat je nu gewoon verticaal zakken. En dan het wrak zelf ingaan. Een angst(je) is dan je met je fles ergens achter blijft haken. Maar aangezien je buddy op een paar meter afstand zwemt kan er weinig ernstigs gebeuren. Door de opwinding was mijn luchtverbruik deze laatste duik aanzienlijk hoger zodat ik zelf aan moest geven dat ik nog maar 50bar aan lucht over had. Er is dan nog voldoende om op een gecontroleerde manier op te stijgen en zelfs de veiligheidsstop van 3 minuten op 5 meter te maken. Wrakduiken is opwindender dan duiken bij een koraalrif.



Vanaf Malendure met een zeer klein tochtje aangekomen te Deshaies. Dit gehuchtje zelf is niet zo veel bijzonders. Het biedt in ieder geval de mogelijkheid voor om de laatste franse inkopen bij de Spar te doen en uit te klaren. Het is dan ook druk met boten in de baai. Van hieruit is het naar Antigua een tocht van een dikke 40 NM.

zondag 4 maart 2012

Les Saintes

's Ochtends vroeg Dominica verlaten. Het doel zijn de franse eilanden Les Saintes ten zuiden van Guadeloupe. Er stond lichte wind aan deze lijzijde van het eiland maar belangrijker: het was droog en er was zon!! Binnen in de boot waslijnen opgehangen om al het natte goed te drogen.
Hoe verder naar het noorden hoe meer wind er kwam en uiteindelijk eindigde ik met een mooie 5 Bft halve wind. Het werd echt genieten toen ik buiten in de kuip een beetje kon slapen met mijn gezicht in de zon en een boot die met ruim 6 knopen over het water glijdt. Bijna vakantie!.. Omdat ik bij de Les Saintes iets oostelijker zat heb ik de oostelijke ingang gekozen. Het was wel knobbelig tussen de rotseilanden maar lekker. 
Uiteindelijk mijn anker voor bij het strand erin gegooid. Fout! Het blijkt dat sinds kort het niet meer mogelijk is om in de baai van Terre de Haut te ankeren. Alleen aan een mooring liggen kan nog en dat kost natuurlijk geld. Dus onder het mom van veiligheid is een extra inkomstenbron gegenereerd. Aangezien er ook geen moorings vrij waren heb ik daarom mijn boot verlegd naar het achterste deel van de baai waar geen moorings lagen en de diepte al 10 meter was. Fout! Ook al zijn er geen moorings je mag er toch niet ankeren. Ik heb gemeld dat ik aan het begin van de avond niet meer ankerop ga en dus blijf liggen. Gelukkig deden andere foutliggers dat ook. Kort even Terre de Haut bekeken. Het is drie keer niks. Eén groot toeristenplaats met alleen maar blanken die via ferry's vanaf Guadeloupe worden aangevoerd. Het is een aaneenschakeling van toeristenwinkeltjes en restaurantjes. Niets Caribisch is er meer. Het kan net zo goed Tenerife zijn. Het plan is om morgen snel inkopen te doen en dan wegwezen. Ik ga wel rustig bij een ander eiland van de Saintes voor anker liggen.