dinsdag 25 oktober 2011

La Gomera

Vanuit Santa Cruz ben ik niet in een keer naar La Gomera gevaren. Qua afstand is dat niet bij daglicht te doen dus daarom gekozen voor twee etappes. Ja, hij begint op een luxe paard te lijken. Het eerste deel gaat naar de zuidkust van Tenerife. Het was een grijze dag met af en toe enkele spetters regen. De wind was 's ochtends nog SW2 (!) maar draaide vrij snel naar NE zodat ik op zeil verder kon. Een groot deel van de tocht zit in een windversnellingszone maar qua kracht viel mee: 5 Beaufort (voor mijn gemak heb ik die zones op mijn kaart met roze ingekleurd)
Om voor slechts een nacht een haven in te gaan is zo'n gedoe. Mijn bedoeling was daarom bij Montana Roja voor anker te gaan. Daar is een ankerplek waar ook tankers aan boeien liggen om het zuidelijke vliegveld te bevoorraden. Toen ik daar aankwam lagen er vier superboeien en nog een paar kleine gele tonnetjes in het midden. Tja, en dan begin je te de denken: hoe lopen de ankerkettingen van al die boeien en hoe loopt de pijpleiding of zijn het leidingen? Daarbij was de wind toegenomen tot 6 Bft. Ik had ook geen zin om nadien nog het water in te gaan om m'n anker te gaan controleren. Daarom besloot ik om maar door te varen naar de haven van San Miguel. Aldaar snel een plekje gekregen. Het havenkantoor is helemaal aan de andere kant van de haven maar gelukkig mocht ik achterop in de bak van het golfkarretje van de havenmeester staan en zo gingen we naar het kantoor. Je krijgt dan wel de neiging om te wuiven naar iedereen die je tegenkomt.


De wind was nop op die donderdag 20 oktober dus gestart met de motor richting La Gomera. Nadat ik Punto Rasca gepasseerd was een stel grienden gezien. Ja, het maritiem leven openbaart zich langzaam voor mij... De wind was erg variabel. Voor een groot deel NW; dus tegen. Een beetje kruisen en bij te weinig wind het oliezeiltje bijgezet. In de versnellingszone van La Gomera was het gelukkig NW5 dus nog een aardige afsluiting.
San Sebastian de la Gomera zal waarschijnlijk mijn laatste haven van de Canarische eilanden zijn. Er stonden weer wat klusjes op de lijst. Belangrijkste was m'n urenteller van de motor. Doordat ik deze stand in mijn logboek bijhoud constateerde ik dat het niet mee deed. Aangezien ik geen niveaumeter op mijn dieseltank heb is deze urenteller mijn enige indicatie van hoeveel diesel er in de tank moet liggen. De oplossing van het probleem was eenvoudig: gecorrodeerd contactje schoonmaken. Van andere schepen hoor ik dat ze last van kakkerlakken en ander ongedierte hebben. Zelf blijf ik nog gelukkig gevrijwaard. Wel heb ik al lijmvallen voor kakkerlakken geplaatst en alle verpakkingen (dozen maar ook wikkels van blikken) verwijder ik al buiten de boot (eh, ja hoor, om verrassingen te voorkomen schrijf ik met stift op de blikken wat de inhoud is). Alleen plastic is ok (na inspectie op aanhechting van eizakjes) of ik hevel de inhoud over in waterdichte containers. Gisteren vond ik in een net gekochte pak rijst zwarte beestjes. Weg ermee.
La Gomere is een bijzonder eiland. Ondanks dat er toeristen zijn vallen ze niet op. Ze worden door deze stadjes geabsorbeerd zodat je het gevoel krijgt dat jij ziet hoe het leven op het eiland is. Het is een eiland voor de bewoners. Je ziet hier dan ook geen roodverbrande, bierdrinkende en hardpratende Duitsers of Engelsen. Dat is een groot verschil met bijvoorbeeld Las Palmas.
In de haven lig ik naast een boot van vergelijkbare grootte met daarop vijf Noorse jongens. Zij zijn een theatergroep die als project hebben om contact met de diverse culturen te maken en daarvan te leren (link). Zeilen is een bijzaak en hebben ze pas aan het begin van hun tocht geleerd. In hun achteronder hebben ze geen lampje dus hebben ze als vervanging maar een foto van een lamp opgehangen...
Met een huurauto het eiland rondgereden. Ook hier weer zeer mooie natuur in diverse gedaanten maar gelukkig op kleine schaal dan op Tenerife. Dat maakt het allemaal meer behapbaar en zie je snel alle afwisselende landschappen.


Er zijn ook zeer veel wandelroutes over het eiland uitgezet. Vanuit het grote aanbod heb ik gekozen voor een zeer kleine tocht: naar de Drakebomen; noordelijk van Alajero. Het is eerst een flinke slingerroute met de auto maar dan kom je bij het pad. Het is er weer een van allemaal ongelijke stenen en op je gympen loopt dat niet lekker. Lopen over het muurtje naast het pad was beter. Het ging weer straf naar beneden met ook weer diverse trappen. Na deze afdaling kom je bij slechts 1 boom; ja een 'lullige' (sorry) boom. Ok, het is wel een mooie boom maar ik had me een woud van die bomen verwachten. En dan zetten ze er ook nog een hek omheen met een uitkijkpost ervoor. Om vanuit die uitkijkpost naar de ene boom te kijken. Na deze deceptie sjokkend weer de heuvel bestegen. Wat moet het vreselijk voor La Gomera zijn als ooit op een dag die boom dood is. Weg attractie.
Ik was al 'gewaarschuwd' voor de hippies uit de 70's. En ja, ze zijn er. Generalistisch kenmerk wat nog is gebleven: het haar in een staartje. Vaak is het al grijs of is het hoofd kaal maar de resterende plukken zijn toch bijeengebonden.
Gisteravond (26 oktober) hadden we nog een barbecue op de steiger. Zo'n twintig man waren aanwezig en de Noorse artiesten deden er nog een lading muziek (gitaar, accordeon en dwarsfluit) overheen. 
Ik heb vaak melding gemaakt van de windversnellingszones. Op onderstaande foto (wellicht na uitzoomen) kan je duidelijk een gebied zien waar vele brekende golven zijn terwijl iets verderop het rustiger is.
Van de Canarische eilanden staat La Gomera voor me op plaats twee. De eerste plek wordt nog steeds door Graciosa ingenomen. Dit is mijn laatste stuk van Europa. Ik zal op 27 oktober naar Afrika gaan: de Kaapverdische eilanden met als eerste aanloop het eiland Sal. Deze tocht van een kleine 800 NM zal zo'n 7 dagen vergen en tot die tijd geen blog; wel geef ik dagelijks positierapporten af. Tot het volgende continent!


En een extra bijdrage in de categorie onzinnige verkeersborden: 'einde tunnel'. Je ziet toch zelf wel wanneer je uit de tunnel bent gereden......

maandag 17 oktober 2011

Tenerife

Bij daglicht uit Las Palmas richting Tenerife gevaren. Buiten de haven stond een slecht stukje water. Hoge en holle golven uit vele kanten door de wind; weerkaatsing van de golven tegen de golfbreker en stroming (Canary Current). Dus op de motor en grootzeil slagen gemaakt om om het noordelijk puntje te komen. De wind was noordelijk kracht 4 dus onderweg met zo'n 5 knopen richting Santa Cruz. Gaande de tocht nam de wind weer zoals gebruikelijk toe tot 25 knopen. Als ik dit vergelijk met varen op de Noordzee: bij windkracht 6 staat daar een rottige golfslag; vaak regent het en is het op z'n zachtst gezegd fris. Het valt in de categorie afzien. Nu toch een beetje anders. Met ontbloot bovenlijf (wel reddingsvest met lifeline) en een graad of 28 is het toch niet echt afzien. Tijdens het tochtje nog even contact met een kabellegger gehad. Door het voordeel van AIS riep hij me keurig met scheepsnaam op en kon ik melden dat ik voorlangs wilde. De gehele dag was op de marifoon het bericht dat er i.v.m. vulkanische activiteiten een verboden gebied was ingesteld rond de zuidpunt van El Hierro. In Santa Cruz ook gehoord dat de jachthaven van El Hierro is gesloten en op internet gevonden dat Neckermann toeristen van het eiland haalt. Het wordt dus geen bezoekje aan El Hierro.
In de haven een weerzien met Lizenn en Julien van de Ster-vraz. Zij hebben hun dinghy al in Lissabon besteld (kleine 2 maanden geleden) en wachten nu al 3 weken in Santa Cruz op de daadwerkelijke aflevering. 
Santa Cruz is gelukkig anders dan Las Palmas. Qua sfeer is het al anders. Minder 'plat'. Qua historische gebouwen ligt meer het accent op de art deco stijl zoals prominent in het postkantoor te vinden is.
Toch nog even een thuisgevoel. Niet door Kroket van Fred maar de tram. Deze zijn hetzelfde als de nieuwe trams in Amsterdam; zelf de bel is identiek.
Voor zondag en maandag een auto gehuurd. Voor de autorijders in Nederland: een liter normale benzine kost hier slechts 0.96 eurocent. dus gooi maar vol die tank.
Op zondag natuurlijk eerst naar de grote vulkaan Teide. Met je auto kom je tot 2250 meter hoogte. Daarna kan je met een kabelbaan richting de top (3717 meter). Niet voor mij dus. 
Ik wilde eigenlijk door richting het zuiden maar doordat ik een afslag miste ben ik doorgereden naar Los Gigantes aan de westkust. Je rijdt dwars door een laveveld afkomstig van de eruptie van eind 18e eeuw. Mooie rotsen bij Las Gigantes aber dass war eine Grosse Germanische feriencolonien (waarschijnlijk heb ik in deze ene zin minimaal vijf schrijf- en grammaticale fouten gemaakt). Dus je wordt in een restaurant in het Duits aangesproken. Arggghhhh! Snel weg richting de oude hoofdstad La Laguna. Zoals al gemeld was het een zondag dus geen winkelend publiek. De historie is zeer goed bewaard gebleven. Veel oude panden of oud-ogend. 
Als laatste nog naar Monte de las Mercedes aan de noordkant van het eiland. Zo langzamerhand raakt je gewend aan de slingerweggetjes maar met m'n autootje (Chevrolet Matiz; kleiner kan bijna niet) en een Portugese rijstijl kom je overal. Het landschap hier doet me deels herinneren aan Madeira. Veel steile bergen maar wel met begroeiing. 

Na terugkomt op de boot de schoenen uitgeschopt en nog even een was in de wasmachine/droger gedaan. 
De tweede autodag wilde ik besteden aan een wandeling. Dat betekent eerst een uur in de auto om via een slingerweg bij Chamorga in het noorden van het eiland te komen. Via een valleiwandeling komt je uit bij de vuurtoren Faro de Anaga. Het hoogteverschil tijdens de wandeling is zo'n 600 meter. Echter het pad loopt niet lekker en er zijn veel trappen in de hoedanigheid van een willekeurig gestapelde stenen. De terugtocht is voornamelijk weer bergop zodat deze zeiler, die houdt van een hoogteverschil van maximaal 2 meter, kapot bij de auto aankomt. De natuur was wel prachtig.
Overigens sinds mijn verrek heb ik al 2400 NM gevaren (ruim 4400 kilometer) en de grote tochten moeten nog komen.

zondag 9 oktober 2011

Gran Canaria

Iets na zevenen ankerop en koers 281 richting Las Palmas. Weer voorbereid op de windversnelling was ik met twee riffen in het grootzeil gestart. Dus niets. Ik krijg een zwaar vermoeden dat die versnellingszones er alleen zijn als ik er niet op reken en omgekeerd. Er stond een stevig deining van 2 meter uit het noorden maar bij een noordoostelijke wind kracht 4/5 Bft was het perfect te doen en vloog Sya met 6-7 knopen over het water. De afstand is 55 NM (foutje op de kaart: deze geeft aan 45 NM). Hoera! Eindelijk dolfijnen voor de boeg. Drie maanden er op moeten wachten terwijl andere zeilers me lekker hadden gemaakt met ontmoetingen met dolfijnen in diverse soorten en schildpadden. Jammer dat ze er maar even waren. De meest gangbare tijd is namelijk 's avonds voor zonsondergang.
Voor Las Palmas is het een drukte van zeeschepen: geankerd, uitgaand, invarend, bunkerend of gewoon op drift totdat ze permissie krijgen om naar binnen te gaan. Alleen op mijn genua de haven in gevaren. Na melding op VHF kanaal 11 kreeg ik gelukkig niet meteen te horen: "full" maar dat ik bij de receptiepontoon kon aanleggen. Ik had al meteen gemeld dat ik een klein bootje was van slechts 9,5 meter. Deze haven is de startplek voor de ARC. Zo'n tweehonderd boten verzamelen zich hier om op 20 november met z'n allen over te steken naar St. Lucia. De schepen die normaal in de haven liggen worden naar andere havens verhaald om maar ruimte te maken. De haven kan me 4 dagen garanderen en daarna mogelijk verlengingen. Het havengeld is een lachertje: 6,5 euro per nacht. Ik wordt naar een plek tussen twee langliggers gemanoeuvreerd (kop op de steiger en heklijn). De hulp-havenmeester zegt nog dat dit de beste plek is met de meeste kans om m'n bezoek te kunnen verlengen. De meeste ARC-zeilers hebben grote bakken van schepen. Het lijkt alsof 40-50 voet gangbaar is. Ik lig overigens hier niet vanwege het historisch karakter van deze stad. Van velen vernomen dat het een akelige, betonnen stad is. Zeg maar het uiterlijk van een Belgische kustplaats; een 4 baans snelweg als boulevard en een historisch verleden vergelijkbaar met Almere.
De reden voor m'n verblijf is dat ik m'n startmotor niet meer vertrouw. Nadat ik de motor een paar dagen niet heb gebruikt en ik start hoor ik een een luide knal vanuit de motor en dan begint te startmotor te draaien. Dit nam de afgelopen tijd alleen maar toe. Dan is dit dé plek om aan deskundig advies en/of onderdelen te komen.
De startmotor heb ik onderhanden genomen mede a.d.h.v. een handig boek van m'n Deense buurman. Alles gereinigd en geïnspecteerd. De plus-draad van de solenoid lag onbeschermd op tienden van een millimeter van het geaard huis. Of dit tot een overslag heeft geleid weet ik niet maar het is wel een potentiële kans om m'n accu op te blazen. Starten ging nadien prima. Dit is ook geconstateerd door een Volvo Penta monteur. Hij zag ook geen schade. Geluk dus.
Op de Spaanse nationale feestdag 12 oktober wilde ik een auto huren om het binnenland te verkennen. De dag van te voren nog duidelijk aan de verhuurder gevraagd of ze wel open zijn. "Ja hoor; vanaf 8:00 uur." Dus trof ik iets na achten een dichte duur aan. Toen dit om kwart voor negen nog steeds zo was heb ik besloten om geen auto meer te huren op Gran Canaria. Ik haal dit op Tenerife wel in. Daarom besloten om naar het oude centrum te gaan. N.a.v. eerder gepubliceerde tekst een opmerking ontvangen: Las Palmas heeft wel degelijk een historie! Het deel waar ik me op baseerde was het toeristische, noordelijke deel. Het historisch deel ligt op een flinke wandeling zuidwaarts (of met buslijn 12). Daar kom je oudere gebouwen tegen maar ook de sfeer is anders. Niet het platte, toeristische deel maar een wijk met meer grandeur. Ik ben echter niet echte juweeltjes van gebouwen tegengekomen. Een van de uitzonderingen is zowel de binnen- als buitenkant van het Gabinete Literario (1844).

In de haven stromen de ARC-zeilers binnen. De grote van de schepen valt op. Het lijkt erop dat 40 voet vandaag de dag zo'n beetje een ondergrens is.
Op het ponton als in de Sailor's Bar hangen briefjes van mannelijke en vrouwelijke opstappers. Een tijdje met een Nederlandse opstapper gesproken die nu op een Amerikaans jacht meevaart. Dit leven van opstapper doet hij nu al voor 4 jaar en hij had al veel van de wereld gezien. Hij denkt er nog zeker niet aan om dit vrije leven op te zeggen. Vergelijkbaar is het leven van mijn Franse buurman. Hij is al vele jaren op reis en vliegt af en toe naar Frankrijk om even wat geld te verdienen. Je ziet dat het leven op een boot zo'n grote vrijheid is. Ik heb geen opstapper nodig.

donderdag 6 oktober 2011

Fuerteventura

Het is weer lekker om op zee te zijn! Op 6 oktober om 7:45 vertrokken. In de haven stond al 5 Bft dus een rif in het grootzeil gezet i.v.m. de nog komende windversnellingszone. Goed. Dus na een kwartier nam de wind dusdanig af dat ik op de motor verder moest gaan. In het noorden van Fuerteventura was er even wat wind: westelijk. Dit moet wel een dag met verrassingen worden. Gelukkig werd om half elf weer alles normaal: noordoostelijke wind kracht 4/5 en zon. Wat ik van Fuerteventura zag was weinig indrukwekkend. Af en toe van die ommuurde vakantiecolonies die midden in het land geplaatst waren. M'n streven was om nog bij daglicht bij Morro Jable aan de zuidkust aan te komen maar door een te laconieke voorbereiding (...) had ik in m'n gedachte dat het 55 NM varen was. Het was 10 NM meer. Dat is dus 2 uur varen extra. Bij de tweede windversnellingszone vanaf Pozo Negro: wederom niets. Nee, erger nog; de wind nam nog verder af zodat ik wederom op de motor moest varen. Ter hoogte van de 3e zone merkte ik wel de verwachte winddraaiing van noordoost naar noordwest maar nog steeds slappe hap qua wind. Bijna voorbij die zone: taaadaaaaaa: binnen 1 minuut nam de wind toe van een knoop of 5 naar 20 knopen om nog door te klimmen tot eindelijk 25 knopen. Da's een dikke 6 bft. Doordat ik het niet meer verwacht had stonden alle zeilen vol. Snel heb ik een 1e rif gezet en kort daarop een tweede en zoals altijd: net voordat ik bij de mast klaar was duikt m'n bootje in een golf en kan ik uiteindelijk drijfnat naar achteren kruipen. De bootsnelheid ligt op zo'n 7 knopen en ik vaar op de hand zo snel mogelijk om toch met daglicht aan te komen. Dat maakt alles gemakkelijker. Door het vergunningenbeleid van dit eiland is in principe geen enkele haven meer gewoon aan te lopen. Daarom besloten om tussen de jachthaven van Morro Jable en de vuurtoren recht voor het zandstrand te ankeren. De kans op zandgrond is dan het grootst. De wind hield zich niet aan het plan. Deze 6 Bft bleef staan tot aan de ankerplek die ik pas net na acht uur 's avonds bereikte. Dan valt de avond binnen een kwartier. Met deklicht aan en hoofdlamp op voorzichtig zo dicht mogelijk naar het strand toevaren. Bij 7 meter diepte het anker laten vallen en meteen ruim 30 meter ketting gestoken. Snel alles opruimen; ankeralarm aan en daarna warme soep als avondmaaltijd. Een heerlijk afwisselende dag! Genoten. Dit is zeilen. 's Nachts neemt de wind af maar wordt helaas vervangen door een de deining die om Punta de Morra Jable heen komt. Slingeren dus en daardoor ook slecht geslapen. Nog in mijn bed besloten om morgenvroeg naar Las Palmas op Gran Canaria te varen.